Farma oefentoets AA3 H 15, H17 en H18

Farmacotherapie CVRM (H15), HVZ (H17) en Bloedstolling (H18)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Farmacotherapie CVRM (H15), HVZ (H17) en Bloedstolling (H18)

Slide 1 - Slide

uitleg
In deze les behandelen we de stof over CVRM, HVZ en bloedstolling 

Slide 2 - Slide

Wat betekent CVRM?
A
Cars Vasculair Risico management
B
Cardio Vasculair Risico Management
C
Cardio Vaten Risico Manager
D
Cardio Vaten Regels Manager

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van CVRM?

Slide 4 - Open question

Zet de twee termen bij het juiste plaatje
Systole bloeddruk
Diastole bloeddruk
ontspanningsfase
Samentrekkingsfase

Slide 5 - Drag question

Vanaf welke waarden (in getallen uitgedrukt) spreken we van hypertensie? 

Slide 6 - Slide

Wat is een bekende bijwerking die specifiek voor statines geldt?
A
Kaliumtekort
B
Calciumtekort
C
Kriebelhoest
D
Spierpijn

Slide 7 - Quiz

Stelling I: LDL-cholesterol is goed, HDL-cholesterol is slecht
Stelling II: de normaalwaarde voor het LDL-cholesterol is < 5
mmol/l

A
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
B
Beide stellingen zijn juist
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
Stelling I is juist, stelling II onjuist

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Noem 4 risicofactoren die kunnen leiden tot hart- en vaatziekten
timer
1:00

Slide 10 - Open question

 Noem een voorbeeld van een antilipaemica 
(generieke naam of specialite) 

Slide 11 - Slide

Wat is het hartminuutvolume?
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Tot welke groep behoort amlodipine?
A
Diuretica
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Calciumantagonisten

Slide 13 - Quiz

Welk middel in welke toedieningsvorm gebruik je bij de aanvalsbehandeling van angina pectoris?

A
Isosorbidemononitraat tabletten met verlengde afgifte
B
Nitroglycerine spray voor onder de tong
C
Metoprolol zetpillen
D
Isosorbidedinitraat pleisters

Slide 14 - Quiz

Noem 2 oorzaken van hartfalen

Slide 15 - Open question

Welke 3 stellingen horen bij welke aandoening 
Hartfalen
Angina Pectoris 
Het hart is niet in staat om voldoende bloed rond te pompen om aan de wensen van het lichaam te voldoen
Bijpass/ dotteren
ACE-remmers
 Vermoeidheid, vochtophoping, benauwdheid
Zuurstofgebrek van de hartspier door artherosclerose
Aanval van beklemmend pijnlijk gevoel achter het borstbeen

Slide 16 - Drag question

Ace remmer

Slide 17 - Mind map

Angiotensine 2 antagonist

Slide 18 - Mind map

Thiazidediureticum

Slide 19 - Mind map

Lisdiureticum

Slide 20 - Mind map

Bètablokker

Slide 21 - Mind map

Welke twee functies heeft de bloedstolling?

Slide 22 - Open question

16. Welk middel behoort niet tot de antitrombotica ?
A
Anticoagulantia
B
Trombocyten-aggregatieremmers
C
Diuretica
D
Trombolytica

Slide 23 - Quiz

Leg in ongeveer vijf zinnen uit hoe het stollingsmechanisme werkt 

Slide 24 - Slide

Welke functie heeft vitamine K?
A
Het remt het bloedstollingsmechanisme
B
Het doet niks op het bloedstollingsmechanisme
C
Het activeert het bloedstollingsmechanisme

Slide 25 - Quiz

Wat is trombose?

Slide 26 - Open question

leren voor volgende week
Farma H9, H19 en H27

Slide 27 - Slide