Psychologie les 10

Psychologie les 10
1 / 13
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Psychologie les 10

Slide 1 - Slide

Wat voorspelt iemands maatschappelijk succes het best?
A) de hoogte van de intelligentie
B) de mate waarin iemand zijn emotionele impulsen kan beheersen?
A
A
B
B

Slide 2 - Quiz

Antwoord
De mate waarin iemand emotionele impulsen kan beheersen, blijkt een betere voorspeller van maatschappelijk succes te zijn dan de hoogte van iemands intelligentie. De verklaring hiervoor ligt bij het vermogen om samen te werken. Samenwerken is een belangrijk kenmerk van mensen.
Een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken is dat je je impulsen onder controle moet kunnen houden

Slide 3 - Slide

Emotieregulatie
Soms heb je een emotionele reactie die je liever niet zou hebben, zoals blozen of het ervaren van verdriet of angst. 
Het zou dan fijn zijn als je je emotionele reacties enigszins zou kunnen bijsturen. Dit noemt men in de psychologie 'emotieregulatie'.
Niemand zal emotieloos kunnen worden, omdat emoties nuttig zijn. Maar wat we wel kunnen leren is adequaat omgaan met een emotionerende situatie. Bijvoorbeeld door proberen je impulsen te controleren of je interpretatie van de situatie te veranderen.

Slide 4 - Slide

1. Impulscontrole-1
Impulscontrole gaat over het controleren (of uitstellen) van het handelen.
Belangrijk is daarbij dat de eerste impuls wordt uitgesteld, zodat je meer tijd krijgt om na te denken. 
Rood: stop, tel tot 10, daarna pas reageren
Oranje: overdenk het probleem en hoe je je voelt, bedenk wat je wil bereiken, bedenk verschillende gedragsmogelijkheden en denk na over de voor- of nadelen
Groen: ga je gang en probeer het beste idee

Slide 5 - Slide

1. Impulscontrole-2
Over het algemeen weten de meeste mensen de gedragsaspecten van een emotie enigszins te beheersen. Als iemand woedend is, slaat hij niet meteen alles stuk.
Een belangrijke remmende factor voor onze emotionele impulsen is de aanwezigheid van publiek. Als iemand verdrietig is, zal hij zich misschien inhouden in de openbare ruimte. 
Dit publiek kan ook fictief zijn (dus je voorstellen hoe iemand zou reageren op jouw gedrag).

Slide 6 - Slide

2. Interpretatie veranderen-1
De Romeinse filosoof Epictetus stelde al dat mensen niet van streek raken door de gebeurtenissen, maar door de manier waarop ze tegen gebeurtenissen aankijken.
Bijvoorbeeld als twee kinderen spelen in de branding. Ze worden door een grote golf omver geworpen. De een is bang en rent huilend naar zijn moeder. De ander lacht en wil het nog een keer. 
De situatie is hetzelfde, maar de manier waarop ze tegen de situatie aankijken dus niet.

Slide 7 - Slide

2. Interpretatie veranderen-2
Niet zozeer de situatie lokt emotionele gevoelens uit, maar wel de gedachten over de situatie.
Conclusie: we voelen ons zoals we denken.

Gevoelens en gedrag hoeven geen automatische reactie op een gebeurtenis te zijn, maar worden bepaald door onze gedachten over de gebeurtenis.

Slide 8 - Slide

GGGG-schema
Onze emotionele gevoelens en ons emotioneel gedrag worden veroorzaakt door onze gedachten over een gebeurtenis en niet door de gebeurtenis zelf. Om je gevoelens en gedrag beter te leren reguleren, moet je dus iets doen aan je gedachten en niet zozeer aan de situatie.
Dit is opgenomen in het GGGG-schema.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gedachten-1
Denken is een innerlijke activiteit die meestal niet zichtbaar is. Je bent soms overtuigd van de juistheid van je denken, zonder dat je dit getoetst hebt aan de werkelijkheid.
 Ook denken mensen vaak zeker te weten hoe een ander denkt, maar ook die interpretatie wordt vaak niet getoetst.
Heel vaak denken we dat we precies weten waarom iemand iets doet, terwijl we de motieven helemaal niet kennen.

Slide 11 - Slide

Gedachten-2
Denken is heel essentieel en is ook niet stop te zetten. Dat betekent dat gedachten over gebeurtenissen heel makkelijk (automatisch) in je opkomen. Ze kunnen star en stellig zijn. Maar zijn ze waar?
Belangrijk is om je automatische gedachten te onderzoeken.
Waarom ben je bang? Hoe erg is het dat je tijdens een spreekbeurt even stottert?
Als je onderzoekt of je gedachten reëel zijn, zal je merken dat je je emoties beter in toom kunt houden. We gaan dit even oefenen.

Slide 12 - Slide

Maak de opdrachten op bladzijde 110-111-112-113.

Slide 13 - Slide