Formuleren bovenbouw havo

Formuleren
Ik weet hoe je in een zin moet verwijzen. 
Ik weet hoe ik naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden moet verwijzen. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Formuleren
Ik weet hoe je in een zin moet verwijzen. 
Ik weet hoe ik naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden moet verwijzen. 

Slide 1 - Slide

De onderzoekscommissie presenteerde in juni ... rapport over belastingontwijking.
A
zijn
B
haar
C
hun
D
hen

Slide 2 - Quiz

Het kind is blij met ... nieuwe fiets.
A
zijn
B
haar
C
hun
D
hen

Slide 3 - Quiz

mannelijk
de
hij, zijn
vrouwelijk
de
ze*, zij, haar
onzijdig
het
het, zijn
meervoud
de
zij, hun

Slide 4 - Slide

Mannelijk
mannelijke personen en dieren


Vrouwelijk
vrouwelijke personen en dieren

Uitgangen
-heid, - nis, -ij
-ing, -schap, -iek
-te, -de, -theek
-ie, -teit, -uur, -st

Slide 5 - Slide

De minderheid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 6 - Quiz

Het meisje
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 7 - Quiz

De tafel
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 8 - Quiz

De vriendschap
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 9 - Quiz

De radio
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 10 - Quiz

De bevolking
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 11 - Quiz

Het antwoord
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 12 - Quiz

hij
zij
ze
het
hem
haar
hem
het
ze
zij
hij

Slide 13 - Drag question

Herhaal het lesdoel van vandaag.

Slide 14 - Open question

Ik snap hoe ik met verwijswoorden moet werken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll