Voorbeeld: kritiek
Ellen: ‘Zoals je daar met je handen in je zakken staat, het lijkt wel of je niet bent opgevoed.’
Rob: ‘Je hoeft niet zo’n toon tegen me aan te slaan! Je lijkt mijn moeder wel!’
Voorbeeld: feedback
Ellen: ‘Zoals je daar met je handen in je zakken staat, komt op mij over dat het je niet interesseert.’
Rob: ‘O ja? Ik had juist de bedoeling er wat ontspannen bij te staan. Goed dat je het zegt.’