begrijpend lezen les 8: feit, mening, objectief en subjectief

 Begrijpend lezen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Begrijpend lezen 

Slide 1 - Slide

Lezen
10 minuten
timer
10:00

Slide 2 - Slide

vorige lessen..
  • Tekstsoorten, tekstdoelen
  • Hoofdzaken, bijzaken
  • Titel, tussenkopjes, onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte
  • Kernzinnen, voorbeeld, toelichting
  • Manieren om teksten in te leiden en af te sluiten
  • Verwijswoorden
  • Publiek


Slide 3 - Slide

Deze les ga je...
  • ...leren wat feiten zijn.
  • ...ga je leren wat een mening is.
  • ...het verschil tussen objectief en subjectief leren.

Slide 4 - Slide

Verschil feit en mening
  • Feit
  • Is waar of niet waar.
  • Kun je controleren.

  • Mening
  • Is wat iemand vindt. 
  • Kun je niet controleren

Slide 5 - Slide

Objectieve teksten ...
  • ... bevatten feiten (geen meningen)

  • Tekstsoorten:
  • informatieve teksten
  • uiteenzettende teksten

  • Let op: In een objectieve tekst kan de mening van een ander voorkomen (niet die van de schrijver).

Slide 6 - Slide

Subjectieve teksten ...

  • ... bevatten de mening van de schrijver.

  • Tekstsoorten
  • activerende teksten
  • betogende teksten

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
  • Open les 8 via LessonUp.

  • Open het boek Op Niveau en ga naar bladzijde 257,  lees tekst 7 Beren met een beperking grondig.

  • Maak daarna vraag 1 t/m 6 op de volgende slides.

Slide 8 - Slide

1. Om welke redenen maakt en verkoopt Christine beren met een beperking?

Slide 9 - Open question

2. Hoe denkt de schrijver van de tekst over het hebben van een beer met beperkingen?

Slide 10 - Open question

3. Welke ervaring gebruikt ze om haar mening toe te lichten?

Slide 11 - Open question

4. Schrijf minstens twee subjectieve uitspraken op waarmee de schrijver haar mening
laat merken.

Slide 12 - Open question

5. Wat is de mening van Noor over beren met een beperking? Welke reden geeft ze bij haar mening?

Slide 13 - Open question

6. Wat is de mening van Mare over beren met een beperking? Welke reden geeft ze bij haar mening?

Slide 14 - Open question

bladzijde 261
Lees tekst 10 'In de linkerkant van mijn hersenen heb ik een prima plooi' grondig
Maak daarna vraag 1 t/m 7

Slide 15 - Slide

1. Bepaal van de volgende zinnen of ze een mening of een feit bevatten.
Volgens Franse onderzoekers zorgt hij (de ongelijke plooi) ervoor dat mensen taal ontwikkelen (r. 5-6)


A
feit
B
mening

Slide 16 - Quiz

2. Ik bedoel, ik zou het best lastig vinden deze column te maken zonder taal. (r. 6-7)
A
feit
B
mening

Slide 17 - Quiz

3. Ik kan helemaal niet tekenen. (r. 8)

A
feit
B
mening

Slide 18 - Quiz

4. Ook sociaal gedrag en het herkennen van gezichten gaat makkelijker met zo'n groef van zo'n 4,5 centimeter in je hersenen. (r. 12-13)
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quiz

5. Maar in mijn rechterhersenhelft bakt mijn plooi er niet zoveel van. (r. 17-18)
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quiz

6. Daar wordt de gezichtsherkenning bepaald. (r. 18-19)
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

7. Tekst 10 is een:
A
objectieve tekst
B
subjectieve tekst

Slide 22 - Quiz

Extra oefenen #1
  • Open het boek Op Niveau.
  • Lees de teksten en maak opdracht 1 tot en met 9 op bladzijde 303 tot en met 311

Slide 23 - Slide

Extra oefenen #2
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-3-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-2-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht4-publieksgerichtheid/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-schrijfdoel-tekstsoort-en-tekststructuur/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/vragen-bij-opdracht-5-tekstopbouw/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-6-tekstopbouw/

http://www.onlinenederlands.nl/pagina587.html

http://www.onlinenederlands.nl/pagina591.html

Slide 24 - Slide