La littérature
• Renaissance = wedergeboorte: de literatuur uit de Griekse en Romeinse oudheid wordt ‘herontdekt’, maar ook
de mens wordt ‘herontdekt’ als een individueel persoon, die vrij is om van zijn leven op aarde te genieten.
• Humanisme = de filosofie die stelt dat de mens als individu belangrijk is en zichzelf kan en moet ontplooien.
• François Rabelais schreef Pantagruel (1532) en Gargantua (1534): verhalen over reuzen, die zichzelf ontplooien en
kritiek uiten op ‘domme’ middeleeuwse gewoontes en ideeën.
• Michel de Montaigne vond een nieuw genre uit: het essay, een genre waarin de schrijver als individu centraal staat. In Les Essais (1580 – 1588) is de invloed van klassieke schrijvers duidelijk zichtbaar.
• La Pléiade, een groep jonge dichters in Parijs, introduceerde het sonnet, bedacht door de Italiaanse dichter Francesco Petrarca. Ook greep La Pléiade terug op de ode, een versvorm uit de klassieke
oudheid. De bekendste dichters van La Pléiade waren Pierre de Ronsard en Joachim du Bellay.
In Lyon was een andere groep dichters actief. Daar hoorde ook een dichteres bij: Louise Labé.