In deze les ga je aangeven of het woord/zin goed of fout is geschreven. Soms gaat het om een woord, soms staat er een hele zin, en moet je alle woorden bekijken, of je een fout vindt.
Goed of fout
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
In deze les ga je aangeven of het woord/zin goed of fout is geschreven. Soms gaat het om een woord, soms staat er een hele zin, en moet je alle woorden bekijken, of je een fout vindt.
Goed of fout
Slide 1 - Slide
viezerikken
A
goed
B
fout
Slide 2 - Quiz
Ik benijdt die filmster
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quiz
'Boris, in die enge filmscène werden de slechteriken omsingeld,' zei Koen.
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quiz
De vrouw belandde na het botsingje op het trottoir
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quiz
spectaculaire
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
de chrysant
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quiz
De beresterke boeren gaan vandaag de populaire peren oogsten.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
De snelgroeiende fruitbomen komen uit de buurt van de middellandse zee.
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quiz
gebeurd het vandaag?
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
De vier dreumessen speelden voetbal.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quiz
Verbrandt niet!
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
Hoera! Ik proostte met champagne op haar verjaardag in het Mexicaanse restaurant.