Com jr 1 p 2 Soorten vragen

Les 2 
Soorten vragen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 2 
Soorten vragen

Slide 1 - Slide

De vorige weken hebben we het gehad over actief luisteren. Noem 4 kenmerken.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Parafraseren 
parafraseren betekent letterlijk: herformuleren
Je herhaalt een kort stukje van iemands verhaal in je eigen woorden. 

Je kunt een parafrase beginnen met: 'als ik goed naar je luister...'

Het verschil met een samenvatting is dat een samenvatting gaat over een groter deel van het verhaal.

Slide 4 - Slide

Soorten vragen (herhaling vorige week)
  • open vragen
  • gesloten vragen
  • keuzevragen
  • reflecterende vragen
  • confronterende vragen
  • dubbele vragen
  • suggestieve vragen
  • de 'waarom'-vraag

Slide 5 - Slide

open vraag
Een open vraag is een vraag waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn. 

Geef de ander ook even bedenktijd. Open vragen beginnen vaak met 'wat of hoe'. 

in een intakegesprek horen vooral open vragen. 

Slide 6 - Slide

Stel 2 open vragen (bijvoorbeeld die je in een intake zou kunnen stellen)

Slide 7 - Open question

gesloten vraag
Op een gesloten vraag is in feite maar één antwoord mogelijk: bijv. Heb je daar al lang last van?

Deze vragen beginnen vaak met een werkwoord of wie, wat, waar, wanneer.  
(In tegenstelling tot open vragen die beginnen met 'wat of hoe' dus: 'hoe lang heb je daar al last van?' 

Slide 8 - Slide

Keuzevraag 
Een keuzevraag laat de ander uit twee of meer alternatieven kiezen. Jonge kinderen, mensen met een beperking of ouderen met dementie kun je helpen door het stellen van een keuzevraag. 

Bijv: "wilt u nu onder de douche of liever vanavond?"

Slide 9 - Slide

Reflecterende vraag
Een reflecterende vraag laat de ander over zijn eigen situatie, gevoel of rol nadenken. 
Een reflecterende vraag is altijd een open vraag
Het geeft de ander meer inzicht in zichzelf. 

Bijv: Als je het opnieuw zou kunnen doen, hoe zou je het dan aanpakken?

Slide 10 - Slide

"Welke klachten heeft uw moeder?"
Dit is een...
A
open vraag
B
gesloten vraag
C
keuze vraag
D
reflecterende vraag

Slide 11 - Quiz

Wilt u kaas of worst op brood?

Dit is een...
A
open vraag
B
gesloten vraag
C
keuzevraag
D
reflecterende vraag

Slide 12 - Quiz

Hoe kijk je terug op jouw manier van leidinggeven?
Dit is een...
A
open vraag
B
gesloten vraag
C
keuzevraag
D
reflecterende vraag

Slide 13 - Quiz

Confronterende vragen
Een confronterende vraag is een vraag waarin je de ander duidelijk maakt dat hij/zij iets tegenstrijdigs heeft in zijn houding of verhaal. 

Bijv: Je zegt dat je betrokken bent, maar je zit onderuit gezakt en je kijkt op je smartphone. Kun je dat toelichten?

Slide 14 - Slide

dubbele vraag
Een dubbele vraag is een combinatie van 2 (of meer) vragen. "zullen we die afspraak naar volgende week verplaatsen en Jan erbij vragen of vind je het prettiger om Susan eerst bij te praten?"

Beter stel je geen dubbele vragen, want deze leiden vaak tot verwarring.

Slide 15 - Slide

suggestieve vragen
Suggestieve vragen sturen naar een gewenst antwoord. Dit soort vragen biedt de ander geen ruimte. Je krijgt meestal een sociaal wenselijk antwoord. 
Bijv: "Daar heb je zeker wel spijt van?" 

Vermijd suggestieve vragen!

Slide 16 - Slide

De 'waarom'-vraag
De 'waarom'-vraag vraagt naar een reden. Als je iemand vraagt waarom hij iets gedaan heeft, lijkt dit een open vraag. 
Maar: de vraag is vaak lastig te beantwoorden en kan heel confronterend zijn.  Alleen als je een goede relatie met je gesprekspartner hebt. 

Slide 17 - Slide

Welk soort vragen (van de vragen die we besproken hebben) kun je vaak in een gesprek stellen?

Slide 18 - Open question

Welk soort vragen kun je beter met mate (weinig) stellen?

Slide 19 - Open question

Welk soort vragen kun je beter helemaal niet stellen in een gesprek?

Slide 20 - Open question