4.3 Radioactief verval - deel 1

Radioactief verval
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Radioactief verval
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Herhalen
Uitleg
Oefenen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat het ioniserend vermogen is.
Je leert wat de halveringsdikte is. 

Slide 3 - Slide

Wat is het doordringend vermogen?

Slide 4 - Open question

Welke straling heeft het grootste doordringend vermogen?
A
Alfastraling
B
Bètastraling
C
Röntgenstraling
D
Gammastraling

Slide 5 - Quiz

Welke straling heeft het kleinste doordringend vermogen?
A
Alfastraling
B
Bètastraling
C
Röntgenstraling
D
Gammastraling

Slide 6 - Quiz

Dracht
Een ander woord voor doordringend vermogen is dracht. 

Slide 7 - Slide

Ioniserende straling
Straling die schade veroorzaakt aan atomen en moleculen van de stof waar het doorheen gaat. 

Ioniserend vermogen is hoeveel schade bepaalde straling aanbrengt. 

Hoe groter het ioniserend vermogen, hoe kleiner de dracht. 

Slide 8 - Slide

Een stof met een groot ioniserend vermogen is erg schadelijk voor atomen en moleculen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 9 - Quiz

Alfastraling heeft een klein doordringend vermogen. Het ioniserend vermogen is dan
A
klein
B
groot

Slide 10 - Quiz

Welke straling is het minst gevaarlijk bij bestraling van buitenaf?
A
Alfastraling
B
Bètastraling
C
Gammastraling

Slide 11 - Quiz

Halveringsdikte
Gammastraling kan heel ver in een stof doordringen.

Een maat voor het doordringend vermogen van gammastraling is de halveringsdikte. 


Slide 12 - Slide

Halveringsdikte
Na iedere halveringsdikte is de 
straling met de helft afgenomen. 

Slide 13 - Slide

Maakwerk
Hoofdstuk 4
Paragraaf 3

Opgaven: 50, 54 en 55

Slide 14 - Slide