This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Het domeinstelsel/hofstelsel
en het feodaal stelsel
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van het domeinstelsel/hofstelsel en het feodaal stelsel herkennen en onderscheiden van elkaar.
Je kunt oorzaak/gevolg relaties (causale verbanden) leggen tussen verschillende gebeurtenissen in de Vroege Middeleeuwen (TV3) die met het domeinstelsel/hofstelsel en het feodaalstelsel te maken hebben.
Slide 2 - Slide
Lesinhoud
8.30-8.40: Bespreking opdrachten §3.1
8.40-8.50: Uitleg over het feodaal stelsel
8.50-9.10 : Opdrachten maken
9.10-9.20: Opdrachten bespreken
9.20-9.45: Groepsopdracht
9.45-10.00: Bespreking groepsopdracht + huiswerk
Slide 3 - Slide
Kenmerkende aspecten tijdvak 3
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
11. De vrijwel volledige vervanging in West Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 4 - Slide
Halfvrijen: hebben eigen grond, maar mogen niet het domein verlaten om elders te gaan wonen.
Hoewel zij de beschikking hadden over hun eigen persoon en bezittingen, moesten zij in oorlogstijd met hun heer meevechten.
De minst vrije groep, volledig in de macht van de heer en zij hadden geen bezit.
Vormt het bestuur, de bescherming en de rechtspraak.
Horigen
Vrije boeren
Lijfeigenen
De heer
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Kenmerkende aspecten tijdvak 3
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
11. De vrijwel volledige vervanging in West Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 7 - Slide
Frankische Rijk
Karel de Grote (ca. 747-814 n.Chr.)
Slide 8 - Slide
Verdrag
Verdun
843 n.Chr.
Slide 9 - Slide
Hoe houdt hij de macht?
Rondtrekkende hofhouding
Paltsen
Vazallen
Leenmannen
Slide 10 - Slide
Feodaal stelsel
Hoge militairen en bestuurders worden vazal (beloven trouw aan de koning).
Zij worden bijvoorbeeld graaf of hertog.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Doen
Maak in §3.3 opdracht 5 t/m 8 (p.91)
Slide 14 - Slide
Groepsopdracht
Stap 1: knip de begrippen uit
Stap 2: De jongste in de groep plaatst minimaal 4 begrippen in een oorzaak-gevolg relatie en licht zijn/haar keuze toe aan de andere groepsleden
Stap 3: De andere groepsleden (in volgorde van leeftijd) vullen nu steeds met 2 (3 indien je met minder dan 4 personen een groep vormt) begrippen, dit verhaal aan en leggen hun keuze ook steeds uit.