Hofstelsel

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Waar denk je bij het woord 'Middeleeuws'?

Tijdvak 3: monniken en ridders (500-1000 n.Chr.)

Tijdvak 4: steden en staten

(1000-1500 n.Chr.)

Kenmerkende aspecten tijdvak 3

9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa​

10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam​

11. De vrijwel volledige vervanging in West Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid​

12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur ​

Romeinse Rijk

Agrarisch/urbaan

• Landbouw
• Nijverheid 
• Handel

Na de val van het West-Romeinse Rijk

Gevolgen:

• Bevolkingsdichtheid daalt
• Geen staat meer die:

1. voor veiligheid zorgt (leger) 
2. de infrastructuur onderhoud 

Na de val van het West-Romeinse Rijk

Gevolgen:

• Bevolkingsdichtheid daalt --> minder arbeidskrachten
• Geen staat meer die:

1. voor veiligheid zorgt (leger) --> men is op anderen aangewezen
2. de infrastructuur onderhoud --> handel neemt sterk af

Gevolg

Schaarse arbeid

Domeinstelsel/Hofstelsel
(sociaal-economisch systeem)

Het domein bestaat uit:

• Vroonhof (van de heer)
• Grond van vrije boeren en horigen
• Woeste grond

Autarkisch systeem (zelfvoorzienend)

Wisseling seizoenen

• Opstaan bij ochtendgloren
• Naar bed bij duisternis
• Ploegen, zaaien, oogsten, maaien, hooien, slachten

Welke beschrijving past het best bij de sociaal-economische systeem tijdens het Romeinse Rijk?

1. Agrarisch-urbaan
2. Consumptiemaatschappij
3. Landbouwsamenleving
4. Stedelijke samenleving

Hoe noem je het type samenleving waarbij men in kleine zelfvoorzienende gemeenschappen leeft?
Zoals in het domeinstelsel/hofstelsel.

Wat is geen onderdeel van een domein?

1. Grond van vrije boeren en horigen
2. Kroondomein
3. Vroonland
4. Woeste grond

Huiswerk

Lees § 3.1 en maak vraag 4 t/m 8 (p.77-80)