This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Begrijpend lezen blok 2 les 2
Tekstboek bladzijde 18 & 19
Slide 1 - Slide
Weet je nog?
Let-op! woorden?
Slide 2 - Slide
Doel van de les:
Ik herhaal wat let-op! woorden zijn er oefen ermee.
Slide 3 - Slide
Welk let-op! woord van oorzaak en gevolg zit er in de volgende zin:
Ik zie dat het buiten regent. Ik doe mijn regenpak aan, want anders word ik nat.
Slide 4 - Open question
Welk let-op! woord van tijd zit er in de volgende zin:
Lisa je moet je spullen pakken we gaan nu naar school.
Slide 5 - Open question
Welk let-op! woord van tijd zit er in de volgende zin:
Ik speelde vroeger graag met Lego.
Slide 6 - Open question
Lezen
Je gaat bladzijde 18 & 19 zelf lezen.
Slide 7 - Slide
Uitdrukking!
Welke uitdrukking vond je in de tekst? En wat betekent die uitdrukking?
Slide 8 - Slide
Voor aap staan.
Iemand die voor aap staat , staat voor gek.
Mensen lachen diegene uit.
Slide 9 - Slide
Woordenschat
Zeurderig -> iemand die zeurt, praat op een vervelende manier. De moraal -> de les die je uit een verhaal kunt leren. Een sterk verhaal -> je overdrijft wat er gebeurd is. De dikhuid -> in dit verhaal een ander woord voor olifant.
Slide 10 - Slide
Wat voor soort tekst hebben we gelezen?
A
Een verhaal.
B
Een gedicht.
C
Een weettekst.
Slide 11 - Quiz
Waaraan kun je dat zien? Er zijn twee antwoorden goed.
A
De laatste woorden van de regel rijmen.
B
De tekst bestaat uit vijf (bijna) dezelfde stukjes.
C
De regels zijn even lang.
D
Er zijn vijf stukjes tekst en vier tekeningen.
Slide 12 - Quiz
Dat kleine, dikke jongetje stond in de dierentuin voor aap. Want de giraffe viel op de helft van zijn verhaal in slaap.
Wat is in de bovenstaande tekst het let-op! woord van oorzaak en gevolg?
Slide 13 - Open question
Lees het derde stukje van de tekst nog eens. Het jongetje wil het verhaal weer aan de olifant vertellen. Waarom wil hij dat? Kijk achter het let-op! woord want.
Het jongetje vertelt het verhaal nog eens aan de olifant, want...
Slide 14 - Open question
Wat gebeurde er aan het eind van het verhaal. Dikkertje was toen?