2b 10 okt

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Festival of lights in Berlin

laatste les voor de repetitie

K2 afhebben C+D+G

had je vorige week niet alles af of moest je opdrachten bij B Wortschatz opnieuw maken? Vandaag 10 oktober is dit afgerond.  

Lernziel:

Je kunt het persoonlijk en vragend voornaamwoord gebruiken.

Je kunt de werkwoorden sein en haben in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Stammbaumrätsel

Lernziel: Ich kenne die deutschen Namen der Familienmitglieder.

Personen: 1

Zeit: 5 Minuten

Das brauchst du: Stift

Lies den Text und ergänze die Namen im Stammbaum.

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!

hoe?

waar?

waarvandaan?

wat?

wie?

wanneer?

waarom?

wann?

woher?

wie?

wo?

was?

wer?

warum?

Persoonlijke voornaamwoorden

het persoonlijk voornaamwoord

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie

Sie

der / die / das

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'het' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jij' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'wij' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'ze' (meervoud) in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jullie' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'u' (enkelvoud) in het Duits.

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je das Buch vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je die Kinder vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

... ihr die Eltern von Carola?

1. Bin
2. Bist
3. Sind
4. Seid

Paul ... drei Geschwister.

1. habe
2. hat
3. hast
4. haben

... du zwanzig Euro für mich?

1. Habe
2. Hat
3. Hast
4. Haben

Die Stiefmutter von Steffi ... sehr nett.

1. bin
2. bist
3. sind
4. ist

Ich ... die Mutter von Barbara.

1. bin
2. bist
3. seid
4. sind

... Sie viele Freunde in der Schweiz, Herr Müller?

1. Haben
2. Hat
3. Habt
4. hast

Klasse

1. der
2. die
3. das

Junge

1. die
2. der
3. das

Kind

1. die
2. der
3. das

Mädchen

1. das
2. die
3. der

Onkel

1. die
2. der
3. das

Lehrerin

1. der
2. das
3. die

Kater

1. die
2. das
3. der

Pferd

1. das
2. die
3. der

Gibt es noch Fragen?

• Ik ken het rijtje van de persoonlijke voornaamwoorden.
• Ik kan het zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
• Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de zin toepassen.
• Ik kan de werkwoorden sein en haben vervoegen.

lesson up

Herzlich willkommen!

Bitte anmelden, 

LessonUp.app

Buch auf den Schreibtisch legen, 

bitte!

W-vraagwoorden

W-Fragen

Wiederholung: W-Fragen
hoe?=

1. was
2. wer
3. wo
4. wie

W-Fragen

........ kommst du?

1. Woher
2. Wohin
3. Wann

H: Geburtstagspartys

Wie feiern die Deutschen Geburtstag?  

 

Landeskunde Quiz

Deutschlandquiz

Personen: 3-4-------------:Das brauchst du:

 20 Minuten--Internet--Arbeitsblatt Quiz

Verlauf

1 Maak een groepje van 3-4 personen.

2 Werk samen. Beantwoord de quizvragen binnen 20 minuten. Jullie mogen internet gebruiken.

3 De antwoorden worden klassikaal besproken. Welk groepje heeft de meeste antwoorden goed?  

Tot einde les: 

Alle opdrachten af?

Vragen over leerstof?

ga naar slim stampen en doe de onderdelen die je nog niet eerder gedaan hebt 

Taaltaak: Die Bundesländer

Keuzeopdracht enMogelijkheid om cijfer op te krikken

Leuke samenwerkingsopdracht voor in tunk-uren! 

apart cijfer  -  telt 1x bij taaltaak

Kies je niet voor de taaltaak, ga je in alle rust slim stampen