23 februari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica/opdracht?
  • 11E: vragen
  • Werk aan het PO.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica/opdracht?
  • 11E: vragen
  • Werk aan het PO.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vragen grammatica/opdracht?

Slide 3 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide


Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question

Vragen over inhoud 11.C, D en E
  • 1 a Hij is tegen de democratie en daarom wil hij laten zien hoe gevaarlijk die staatsvorm is: het volk laat zich gemakkelijk ophitsen om tegen de wetten te handelen
  • Hij is een bewonderaar van Sokrates. In de versie die Xenophon geeft, steekt Sokrates’ moed enorm af tegen de angst van de anderen.

Slide 7 - Slide

Vragen over inhoud 11.C, D en E
  • 1 b Xenophon gebruikt de negatief geladen woorden πλῆθος en ὄχλος.
  • Hij laat het volk optreden als een tiran die doet wat hij wil (r. 18/9).
  • De hele situatie doet nogal chaotisch en willekeurig aan; de menigte roept steeds maar wat en laat zich gemakkelijk op sleeptouw nemen door een man als Kallixenes zelfs al zijn diens voorstellen tegen de wet 
  • (r. 17 τὸ πλῆθος ἐβόα, r. 22 ἐπεθορύβησε ὁ ὄχλος, r. 26 οἱ δὲ ἐβόων).

Slide 8 - Slide

Vragen over inhoud 11.C, D en E
  • 2 a onbegraven
  • b In de versie van Diodoros wordt de nalatigheid een religieuze overtreding
  • c Het bergen van lijken hadden ze ook de volgende dag nog kunnen doen, toen destorm weer was gaan liggen, terwijl het redden van drenkelingen naturlijk direct moest gebeuren.

Slide 9 - Slide

Vragen over inhoud 11.C, D en E
  • 4 a ze hebben een zeer grote zeeslag gewonnen
  • b als waanzinnig οὕτως ὁ δῆμος παρεφρόνησε
  • c met δεσπότης
  • d r. 17/9 τὸ δὲ πλῆθος – βούληται

Slide 10 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 11 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 12A
  • Lees blz. 142-150.
  • Formuleer 4 vragen bij de tekst en  mail deze naar akm@kwcollege.nl

    Dit is ook huiswerk.

Slide 12 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 13 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 14 - Open question