4m - fictiebegrippen

4m - fictiebegrippen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

4m - fictiebegrippen

Slide 1 - Slide

Als het perspectief bij de ik-persoon ligt, waar kom je dan het meest over te weten?
A
uiterlijke kenmerken
B
innerlijke kenmerken

Slide 2 - Quiz

Bij een verhaal in chronologische volgorden maakt de schrijver gebruik van flashbacks
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat bedoelen we met 'genre'?
A
perspectiteef
B
verhaalsoort
C
onderwerp
D
thema

Slide 4 - Quiz

Wat is een biografie?
A
Een verhaal over de geschiedenis
B
Een verhaal over de natuur
C
Een verhaal over het leven van iemand
D
Een verhaal over het leven van de schrijver zelf.

Slide 5 - Quiz

Is dit juist: Ik schrok me letterlijk kapot!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een realistisch verhaal is...
A
Harry Potter
B
Oorlogswinter
C
Pinkeltje
D
de biografie 'Johan Cruijff'

Slide 7 - Quiz

Wat is beeldspraak?
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik
C
een museum
D
wat een kunstenaar met zijn werk wil vertellen

Slide 8 - Quiz

Wat is een 'cliffhanger'?

Slide 9 - Open question

Wat is een dystopie?
A
Het tegenoversgstelde van 'utopie'
B
Een nare, denkbeeldige samenleving
C
Een tv-programma op sbs6
D
Een moeilijk woord

Slide 10 - Quiz

Hoeveel verhaallijnen kan een verhaal hebben?
A
1
B
2
C
5
D
daar zijn geen regels voor

Slide 11 - Quiz

Wat bedoelen we met 'verteltijd'
A
Hoe lang een verhaal duurt.
B
Hoe lang het duurt om een verhaal voor te lezen.
C
Hoe lang het duurt om een verhaal te schrijven.
D
Hoe lang het duurt om het verhaal te lezen.

Slide 12 - Quiz

Wat is géén karaktereigenschap?
A
vrolijk
B
enthousiast
C
klein
D
chaotisch

Slide 13 - Quiz

Na lang twijfelen besloot hij de lift te nemen. Hij kon op dat moment nog niet voorzien welke gevolgen dat had.
A
vertraging
B
flashback
C
vooruitwijzing
D
science fiction

Slide 14 - Quiz