Les 4.8 25 jan

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Today
  • Verplaatsen boektoets 
  • Explain grammar: adjectives & adverbs
  • Carrie's war: chapter 7 t/m 11
  • Work on homework exercises
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Today
  • Verplaatsen boektoets 
  • Explain grammar: adjectives & adverbs
  • Carrie's war: chapter 7 t/m 11
  • Work on homework exercises

Slide 1 - Slide

Please take
your notebook in
front of you

Slide 2 - Slide

Adjectives & adverbs
Gebruik:
  • om iets te zeggen over een zelfstandig naamwoord
Ze speelt een makkelijk spel.  >  She is playing an easy game.


Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Druk op de rode knop.  >  Press the red button.

Slide 3 - Slide

Adjectives & adverbs
Gebruik:
1. om iets te zeggen over een werkwoord
Ze zingt prachtig.  >  She sings beautifully.


Adverb = bijwoord
Beyonce is een ongelooflijk mooie zangeres.  > 
Beyonce is an incredibly beautiful singer.



2. om iets te zeggen over een bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Adjectives & adverbs
Jack ging heel snel naar huis.   >   Jack went home really quickly.


3. om iets te zeggen over een ander bijwoord
Je maakt een bijwoord door -ly achter het
bijvoeglijk naamwoord te zetten.

 careful   >   carefully

 dangerous   >   dangerously

Slide 5 - Slide

Adjectives & adverbs
LET OP!!
  • medelinker + y   >   -y wordt -ily
Spelling verandert als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op:
terrible  >  terribly           possible  >  possibly
  • -le  >  wordt -ly
angry  >  angrily       easy  >  easily
  • -ic   >   komt -ally achter
fantastic  >  fantastically       optimistic  >  optimistically

Slide 6 - Slide

Adjectives & adverbs
LET OP!!
to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound, to taste,
to appear, to stay, to become

Na de volgende werkwoorden gebruik je een bijvoeglijk naamwoord in plaats van een bijwoord:
Dinner tasted delicious.


This seems dangerous.


Slide 7 - Slide

Adjectives & adverbs
Uit je hoofd leren:
Dezelfde vorm, dus GEEN -ly
good
fast
long

hard
fast
long

Slide 8 - Slide

Adjectives & adverbs
Adjectives

Adverbs
  • bijvoeglijk naamwoord
  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord




  • bijwoord
  • zegt iets over een:
       -  werkwoord
       -  bijvoeglijk naamwoord
       -  ander bijwoord
  • eindigt meestal op -ly

Slide 9 - Slide

Do the exercises
Work on exercises
Finished?
-  Study: Vocabulary 4.1
-  Read: Carrie's War
Do: Exercise 2A & 2B (GB page 38)
Do: Exercise 7, 13, 14 (WB page 137 & 141)

Slide 10 - Slide