Formuleren - zinnen correct begrenzen - voegwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Voegwoorden

Formuleren §1: Zinnen correct begrenzen (havo 1)

Lesdoel

Je weet wat een voegwoord is.

Je kunt voegwoorden correct gebruiken.

Wat zijn voegwoorden?

Voegwoord = woord om het verband tussen mededelingen (zinnen) duidelijk te maken.

Bij leesvaardigheid noemen we voegwoorden signaalwoorden.

Plaats van het voegwoord:

- aan het begin van de bijzin (Omdat het koud is, trek ik mijn jas aan. / Ik trek mijn jas aan, omdat het koud is.)

- tussen twee hoofdzinnen (Ik ben verkouden en ik heb koorts.)

Soorten voegwoorden

Tijd: terwijl, wanneer, voordat, nadat

Tegenstelling: maar, hoewel, tenzij

Reden: omdat, want

Oorzaak: doordat

Voorwaarde: als, mits

Let op: vóór het voegwoord komt een komma (behalve voor 'en' en 'of'). Als het voegwoord helemaal vooraan staat, komt de komma tussen de persoonsvormen (zie volgende dia).

Voorbeeld

Mededeling 1: Ik ben ziek.

Mededeling 2: Ik ga wandelen.

Hoewel ik ziek ben, ga ik wandelen.

Ik ga wandelen, omdat ik ziek ben.

Als ik ziek ben, ga ik wandelen.

Terwijl ik ziek ben, ga ik wandelen.

Ik ga wandelen, tenzij ik ziek ben.

Zie hier wat voegwoorden kunnen doen!

Nu zelf

Maak zo veel mogelijk zinnen met de volgende mededelingen. Gebruik iedere keer een ander voegwoord en let op de komma!

Mededeling 1: Het regent.

Mededeling 2: Ik ga met de bus naar school.

Je mag de woordvolgorde iets aanpassen.

Stuur pas in als je klaar bent!
1. Het regent.
2. Ik ga met de bus naar school.

Huiswerk

Voor maandag 15 januari:

m. 1 t/m 4 en 6 (blz. 230-231)

l. theorie "zinnen correct begrenzen" (blz. 230)

Ik snap wat voegwoorden zijn.

1. ja
2. nee

Ik kan voegwoorden (inclusief komma's) correct gebruiken.

1. ja
2. nee

Als je ergens 'nee' hebt ingevuld, waarbij heb je dan nog hulp nodig?