Spelling blok 4 2KT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Spelling - Blok 4

2KT

Bedenk 5 meervouden van zelfstandige naamwoorden

Theorie (meervoud van een zelfstandig naamwoord)

Meestal hoor je hoe je meervouden moet schrijven:

• winter - winters
• sneeuwvlokje - sneeuwvlokjes
• wolk - wolken
• muts - mutsen

Maar de spelling kun je niet altijd horen...

Hoe spel je het
meervoud van
'orchidee'

Theorie (meervoud ZN)

Veel woorden met -ie achteraan, krijgen in het meervoud -ën / -"n.
Hoe kun je weten wat erachter komt?                                   Kijk naar de klemtoon!

Optie 1:

De klemtoon ligt op de laatste lettergreep          --> extra e + puntjes erop.
                                    me-lo-DIE                                         --> melodieën

Optie 2:

De klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep --> puntjes op de e.

                                    bac-TE-rie                                        --> bacteriën
                                   

knie

1. kniën
2. knieën

kolonie

1. koloniën
2. kolonieën

idee

1. ideën
2. ideeën
3. ideëen

porie

Meervoud op -iën

meervoud op -ieën

meervoud op -eën

zee

bacterie

idee

slee

drie

olie

braderie 

Aan de slag!

2 keuzes:

- Afmaken HW voor morgen (kijk hiervoor in Magister.)

- Starten met het huiswerk voor donderdag: 

Spelling blok 4: 4.9 en 4.10. 

Ik leg morgen de theorie van 4.10 uit, maar je mag dit wel alvast proberen als je wilt. Lees dan zelf eerst de theorie. 

Bedenk eens woorden
met een apostrof: '

Theorie (apostrof)

= dit teken --> '

Gebruik je in de volgende gevallen:

• verkleining van een afkorting (A4'tje)
• -er achter een afkorting (CDA'er)
• meervouden van afkortingen (tv's)
• meervouden van woorden op 'y' (panty's)
• bij namen als bezit, als het anders niet klinkt (Ada's boek - Eddy's jas)
• bij namen die eindigen op een s-klank (Kees' pen - Jens' schrift)
• bij woorden en getallen waarvan je een deel weglaat ('s morgens)

Welke naam heeft (als ze een bezitsaanduiding zijn), géén apostrof nodig?

1. Gaby
2. Naomi
3. Dennis
4. Marieke

Meervouden met een -s

Meervouden op 's

bureau

kilo

autorally

oudtante

ski

explosie 

kangoeroe

toeristenmenu

Sanne stoel

Jordi stoel

computerruimte

fotostudio

dvd

accu

alinea

meervoud op -s

meervoud op -en

meervoud op 's

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

pyama

oma

paraplu

hobby

auto

gang

panty

mama

Theorie (weglatingsstreepje)

Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje.

Psychologie- en natuurkundestudenten zijn erg verschillend.
Fiets-, werk- en taalvakanties zijn vooral populair onder jongeren. 

Is hieronder een weglatingsteken nodig?

In wielerwedstrijden en hardloopwedstrijden wordt de winnaar bepaald met behulp van een fotofinish.

1. Ja
2. Nee

Is hieronder een weglatingsteken nodig?

Vóór de introductie van de fotofinish was de richtlijn dat gelijke finishers als gelijke eindigers werden beoordeeld.

1. Ja
2. Nee

Typ de zin over en noteer het weglatingsteken:

Op die manier kun je exact bepalen welke deelnemer met een wiellengte of neuslengte voorsprong heeft gewonnen.

Typ de zin over en noteer het weglatingsteken:

Moderne digitale opnametechnologie en afdruktechnologie maakt dat overbodig.

Gebruik het weglatingsstreepje:
schooltoetsen en schoolexamens

Gebruik het weglatingsstreepje.
huisverkoop en huisverhuur

Gebruik het weglatingsstreepje bij :
voorspoed en tegenspoed

Schrijf met een weglatingsstreepje:
wiskunde en natuurkunde

Theorie (afbreekteken)

De meeste woorden bestaan uit twee of meer lettergrepen. Als een woord niet helemaal op de regel past, kun je het afbreken tussen twee lettergrepen. Dan zet je daar een afbreekteken tussen.

De lessen van meneer Van der Brink waren altijd interessant. Hele-
maal aangezien hij het altijd goed heeft voorbereid. Omdat hij tegen-
woordig heel erg druk is met de verbouwing van zijn huis, merken leer-
lingen dat meneer Van der Brink stress heeft. Hij laat nogal vaak zijn pa-
pieren op de grond vallen, vergeet dat de les al tien minuten voorbij is en hij heeft na vier weken nog altijd de toetsen niet nagekeken. 

Zoek het voorbeeld bij de regel.

pol-lepel (en niet: polle-pel)

prin-ter (en niet pri-nter)

mu-sea (en niet: muse-a)

auto-tje (en niet: autoo-tje)

Breek samenstellingen af tussen de woorddelen.

Je breekt af tussen twee lettergrepen.

Breek niet af voor of na een lettergreep van één letter.

Speciale tekens en extra letters in verkleinwoorden laat je weg bij het afbreken.

En nu werken jullie!