H5 woordenschat

H5 woordenschat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

H5 woordenschat

Slide 1 - Slide

Vorige les
Mening
Argument
Conclusie

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je leert nieuwe woorden
Je weet wat overdrijving is
Je weet wat ironie is.

Slide 3 - Slide

Startopdracht (bespreken)

Slide 4 - Slide

Quizlet

Slide 5 - Slide

Maken
H5 woordenschat: opdracht 1 t/m 4

Klaar?
- Trainen woordenschat

Slide 6 - Slide

Blooket

Slide 7 - Slide

Deel 2

Slide 8 - Slide

Vorige les
Woorden

Slide 9 - Slide

Blooket

Slide 10 - Slide

Overdrijven
- Iets extra laten opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.
- Figuurlijk taalgebruik 

"Ik hou echt heel erg van pizza. Als pizza geld was, zou ik nu rijk zijn omdat ik er zo vaak over praat."

Slide 11 - Slide

Ironie
- Iets zeggen op een manier waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is. 

"Ik ben zo blij met mijn nieuwe wekker. Hij maakt me elke ochtend wakker met het geluid van een tikkende tijdbom."


Slide 12 - Slide

'Je zit alweer een eeuwigheid op je telefoon. Tjonge, wat heb jij je tijd goed gebruikt!'

Slide 13 - Slide

Maken
H5 woordenschat: opdracht 4 t/m 7

Klaar?
- Trainen

Slide 14 - Slide