Klare Taal les 35
Klare Taal les 35
1 / 10
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Items in this lesson
Klare Taal les 35
Slide 1 - Slide
regelmatige werkwoorden: t of d?
1. Doe 'en' bij infinitief weg en kijk naar de letter die dan overblijft (=stam).
2. Staat deze letter in 't x kofschip'?
3. ja? = t
nee? = d
Slide 2 - Slide
regelmatige werkwoorden: t of d?
1. Doe 'en' bij infinitief weg en kijk naar de letter die dan overblijft (=stam).
2. Zit de laatste letter in x soft ketchup?
3. ja? = t
nee? =d
Slide 3 - Slide
Onregelmatige voltooide deelwoorden
Veel onregelmatige voltooide deelwoorden eindigen op -en.
Ik heb een boek gelezen.
Wij zijn naar school gelopen.
Ali heeft naar een film gekeken.
Slide 4 - Slide
Regel: Nee!
Je moet onregelmatige voltooide deelwoorden uit het hoofd leren!
Slide 5 - Slide
Korte lijst:
bakken bakte gebakken
barsten barstte gebarsten is gebarsten
braden braadde gebraden
lachen lachte gelachen hebben gelachen
malen maalde gemalen
raden raadde geraden
scheiden scheidde gescheiden zijn gescheiden
stoten stootte gestoten hebben gestoten
wassen waste gewassen
(op)vouwen vouwde (op) (op)gevouwen
Slide 6 - Slide
Wanneer hebben en wanneer zijn?
Hebben -bij regelmatige werkwoorden (= meestal).
-bij beweging zonder doel. Alleen actie:
Ik heb een stukje gefietst.
Zijn -bij vervoeging van de volgende werkwoorden:
beginnen
blijven
komen
gaan
worden
zijn
-bij verandering van situatie:
Hij is getrouwd.
-bij beweging met een doel:
Ik ben naar het station gefietst.
Slide 7 - Slide
Wanneer hebben en wanneer zijn?
Hebben De actie/ handeling is voorbij.
Ik heb het brood gebakken. (Het bakken van het brood is klaar/ voorbij.)
Zijn Bij verandering van situatie:
Het brood is gebakken. (Het brood was nog niet gebakken, nu is het brood wel gebakken.)
Slide 8 - Slide
Zelf aan het werk:
-blz. 96 lezen
-blz. 97 maken
Slide 9 - Slide
Nakijken
