4. Darmen, lever, pancreas, peritoneum

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

4. Darmen, lever, pancreas, peritoneum

Lesdoelen

Je kunt:

• de ligging, bouw en functie van de onderdelen van de darmen beschrijven
• beschrijven hoe en waar voedingsstoffen worden verteerd en geresorbeerd
• de ligging, bouw en functie van de lever en pancreas bij de spijsvertering beschrijven
• uitleggen hoe het defecatieproces verloopt
• functies van de lever en alvleesklier beschrijven
• uitleggen wat cellen met eiwitten, vetten en koolhydraten doen
• hormonen van de alvleesklier en hun functie benoemen
• de ligging en functie van het buikvlies beschrijven

Vanaf de maag naar beneden

• Via de maagportier (pylorus) komt voedsel vanuit je maag in de darmen
• De darmen transporteren, verteren en resorberen (opnemen) het voedsel
• De meeste onderdelen van de darmen zijn omgeven door het buikvlies (peritoneum)

De dunne darm

• Bestaat uit de twaalfvingerige darm (duodenum), de nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum)
• In het duodenum komen de galbuis en alvleesklierbuis uit, die spijsverteringssappen toevoegen

De dunne darm

• De dunne darm scheidt darmsap af dat enzymen bevat voor vertering 
• De meeste voedingsstoffen worden in het jejunum opgenomen
• Het transport door de dunne darm duurt ongeveer 8 uur

De darmwand

De darmwand bestaat uit drie lagen:

1. Slijmvlies - bestaande uit grote plooien, kleine plooien (darmvlokken of villi) en celmembraan (microvilli)
2. Glad spierweefsel - nodig voor peristaltiek
3. Bindweefsel - geeft steun en bescherming

De dikke darm

• De dikke darm (colon) begint rechtsonder in de buik en bevat de blinde darm (appendix)
• Resterende voedingstoffen, water en zouten worden geresorbeerd, waardoor de darminhoud wordt ingedikt 
• Het transport door het colon duurt ongeveer 24 uur

De dikke darm

• Darmbacteriën (microbioom of darmflora) in het colon beschermen tegen schadelijke bacteriën en produceren vitamines 
• Het laatste deel van het spijsverteringskanaal bestaat uit de endeldarm (rectum) en de kringspieren van de anus

Het defecatieproces

Oftewel: 

hoe zorg je ervoor

dat je kunt poepen?

De lever

• De lever (hepar) speelt een rol in de spijsvertering door gal aan te maken, galzuur zorgt ervoor dat vetten verteerd worden
• De lever zorgt voor homeostase (evenwicht) door de samenstelling van bloed te reguleren

De lever

• De lever ontvang bloed uit de maag en darmen via de poortader
• Levercellen kunnen stoffen verwijderen, afbreken, produceren en uitscheiden  

De alvleesklier

• De alvleesklier (pancreas) produceert alvleeskliersap met enzymen en hormonen die aan het bloed worden afgegeven
• Belangrijkste hormonen die de bloedsuikerspiegel reguleren zijn: insuline en glucagon

Het buikvlies

• Om de meeste organen in de buik zit het buikvlies (peritoneum)
• Dit vlies zorgt ervoor dat de organen soepel kunnen bewegen
• Het buikvlies bestaat uit twee lagen met vloeistof ertussen
• De blaas, baarmoeder en de endeldarm liggen onder het buikvlies

Opdracht

We hebben met alle lessen tot nu toe het hele spijsverteringsstelsel inclusief organen behandeld

1. Maak in groepjes een nieuwe schematische tekening van het hele spijsverteringsstelsel
2. Schrijf bij alle organen en structuren die je tekent de functie en werking ervan
3. Maak een foto van de tekening en lever deze in via Canvas

Lesdoelen

Je kunt:

• de ligging, bouw en functie van de onderdelen van de darmen beschrijven
• beschrijven hoe en waar voedingsstoffen worden verteerd en geresorbeerd
• de ligging, bouw en functie van de lever en pancreas bij de spijsvertering beschrijven
• uitleggen hoe het defecatieproces verloopt
• functies van de lever en alvleesklier beschrijven
• uitleggen wat cellen met eiwitten, vetten en koolhydraten doen
• hormonen van de alvleesklier en hun functie benoemen
• de ligging en functie van het buikvlies beschrijven

Aan de slag

Maak in Learnbeat de opdrachten die ik voor deze week heb klaargezet in de studieplanner