wk 43 les 1: Leesdoelen en leesstrategieën

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

De les van vandaag

Wat heb je nodig?

• schrift + pen voor het maken van aantekeningen 
• markeerstiften voor tijdens het lezen van een tekst

Doelen leesvaardigheid de komende weken

1. Je weet welke leesmanieren (strategieën) er zijn.
2. Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen 
3. Je weet wat deelonderwerpen zijn en hoe je deze in een tekst kunt vinden.

onderwerp, deelonderwerp en leesmanieren

Vandaag leer je:

1.  Je weet dat er verschillende leesstrategieën en leesmanieren zijn, afhankelijk van het leesdoel.
2. Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen 
3. Je weet hoe je oriënterend moet lezen om het onderwerp van een tekst te vinden 
4. Je kunt het allemaal vinden en nalezen in je lesboek: H1 'Lezen' 

Leesstrategieën en -houdingen

leesdoel en -strategie

Hangt samen met je leesdoel: waarom lees je een bepaalde tekst?

Je gebruikt dan één of meerdere leesstrategieën om je leesdoel te bereiken.

De strategieën die je kiest, hangen samen met het leesdoel!

1.  Waarom lees ik de tekst? | Leesdoel bepalen
2. Waar gaat de tekst over? | Oriënteren op de tekst
3. Wat weet ik al over het onderwerp? | Voorkennis ophalen
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? | Herstellen
5. Welke vragen zie ik? | Vragen stellen
6. Welk plaatje past bij de tekst? | Visualiseren
7. Hoe vat ik samen? | Samenvatten

Wat doe ik voor/tijdens/na het lezen?

Stap 1. Waarom lees ik de tekst? | Leesdoel bepalen

Stap 2. Waar gaat de tekst over? | Oriënteren op de tekst

Voor het lezen: stap 1 + stap 2

Schrijf dit op in je schrift.

We beginnen met stap 1: leesdoel bepalen

Waarom ga je een tekst lezen?

Voor het lezen: stap 1 

Wat is je leesdoel als je een verhaal leest?

1. Je wilt geïnformeerd worden
2. Je wilt overtuigd worden
3. Je wilt geactiveerd worden
4. Je wilt je vermaken (ontspannen)

Wat is je leesdoel als je een krantenbericht leest?

1. Je wilt geïnformeerd worden
2. Je wilt overtuigd worden
3. Je wilt geactiveerd worden
4. Je wilt je vermaken (ontspannen)

Wat is je leesdoel als je een biologietekst leest voor een toets?

1. Je wil geïnformeerd worden
2. Je wil iets onthouden
3. Je wil overtuigd worden
4. Je wil je vermaken (ontspannen)

Wat kan een leesdoel zijn bij de eerste keer dat je een tekst in de geschiedenisles leest over het oude Egypte?

Nadat je je leesdoel (stap 1) hebt bepaald ga je oriënterend lezen:  

Hoe dan?

• je bekijkt de tekst voordat je hem echt gaat lezen. Zo ben je bezig met de leesstrategieën: voorspellen en voorkennis activeren.                       Leesstrategieën helpen je bij het begrijpen wat je gaat lezen.

• Door oriënterend te lezen vind je het onderwerp van de tekst = waar de tekst over gaat.

Voor het lezen: stap 2. Oriënteren op de tekst

Bekijk:

- titel

- tussenkopjes 

- Inleiding: 1e alinea (soms alinea 1 + 2) 

- anders gedrukte woorden

- bron (onderaan de tekst)

- afbeeldingen en bijschriften

Nu weet je waar de tekst over gaat: het onderwerp van de tekst

Hoe doe je dat oriënterend lezen dus? Schrijf op!

Opdracht   (5 min)

1. Lees de tekst en probeer voor jezelf in een paar woorden op te schrijven waar deze over gaat.
2. Gebruik de leesstrategieën die jij daarbij handig vindt.
3. Vergelijk daarna met je buurman/-vrouw

Moet je de hele tekst lezen om het onderwerp van een tekst te vinden?

1. Ja
2. Nee