Cursus 7 Spelling ww vormen + les 5 Plan je reis

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
leesboek
pen
 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
leesboek
pen
 

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling paragraaf 11
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 5 van 'Plan je reis' 

timer
12:00

Slide 2 - Slide

Doelen
  • Spelling: Je leert over werkwoordstijlen en werkwoordsvormen

  • Werkstuk: Je gaat daginvullingen bedenken


Slide 3 - Slide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling paragraaf 11
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 5 van 'Plan je reis' 

Slide 4 - Slide

Werkwoordsvormen
infinitief (inf): fietsen;

persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): (ik) fiets, (jij/hij/zij) fietst, (wij/jullie/zij) fietsen;
persoonsvorm verleden tijd (pvvt): fietste, fietsten;
voltooid deelwoord (vd): gefietst;
onvoltooid deelwoord (od): fietsend.





Slide 5 - Slide

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen

Slide 6 - Drag question

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
durvend
durft
durfde
durven
gedurfd

Slide 7 - Drag question

De winnaar van de game had zijn punten niet opgeslagen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
had
opgeslagen

Slide 8 - Drag question

Henk gaat elke dag fietsend naar zijn werk.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
gaat
fietsend

Slide 9 - Drag question

Drink altijd voldoende water na de training.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
drink

Slide 10 - Drag question

Van mijn ouders mocht ik tot 11 uur op het verjaardagsfeestje blijven.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
mocht
blijven

Slide 11 - Drag question

Werkwoordstijden

Slide 12 - Slide

"Ik ben gisteravond naar de film geweest."
A
TT
B
VT

Slide 13 - Quiz

Vanmorgen reden de treinen met vertraging.
A
TT
B
VT

Slide 14 - Quiz

Thalia was flink geschrokken van haar buurjongen.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 15 - Quiz

Haar luid schreeuwende buurjongen liet Thalia flink schrikken.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 16 - Quiz

Zo'n duidelijk zichtbare sterrenregen gebeurt niet vaak.
A
vvt
B
ott
C
ovt
D
vtt

Slide 17 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.

Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 18 - Quiz

Zet de zin in de onvoltooid verleden tijd:

Ik maak mijn huiswerk
A
Ik maakte mijn huiswerk
B
Ik ga mijn huiswerk maken
C
Ik heb mijn huiswerk gemaakt
D
Ik had mijn huiswerk gemaakt

Slide 19 - Quiz

Zet de zin in de voltooid tegenwoordige tijd:

Ik maak mijn huiswerk

A
Ik maakte mijn huiswerk
B
Ik ga mijn huiswerk maken
C
Ik heb mijn huiswerk gemaakt
D
Ik had mijn huiswerk gemaakt

Slide 20 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.

Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 21 - Quiz

Cursus 7 Spelling werkwoorden
Opdracht paragraaf 11: 
Maak opdracht 2.1 en 3.2 op je Ipad in je online boek Havo/Vwo.




Hoe: Je mag het samen maken
Nodig: Je Ipad
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
12:00

Slide 22 - Slide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling paragraaf 11
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 5 van 'Plan je reis' 

timer
3:00

Slide 23 - Slide