What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3F
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
What are we going to do?
Practise simple past and present perfect
Excersise 5 / 10 paragraph 4.2
Slide 2 - Slide
Past simple-Present Perfect
Slide 3 - Slide
Past simple - Verleden tijd
Slide 4 - Slide
past simple
Wordt gebruikt als iets in het verleden heeft plaats gevonden en is afgerond, het is echt voorbij.
Vaak staat in de zin een tijdsbepaling die aangeeft dat het verleden tijd is:
last month, yesterday, a minute ago, in 1999.
–> I
bought
a new bike last week.
Door de woorden ‘last week’ wordt duidelijk dat deze gebeurtenis zich in het verleden heeft afgespeeld. Er moet dus een verleden tijd gebruikt worden.
-->
ww+ ed of TWEEDE RIJTJE
Slide 5 - Slide
PRESENT PERFECT
HAVE of HAS + voltooid deelwoord.
HAVE (I / you / we / they / you)
HAS = SHIT-regel (he / she / it)
Slide 6 - Slide
We ... been to England once.
A
have
B
has
Slide 7 - Quiz
He ... worked there for 4 years now.
A
have
B
has
Slide 8 - Quiz
My mother ... seen that film before.
A
have
B
has
Slide 9 - Quiz
present perfect
Wordt gebruikt als
iemand met iets in het verleden begonnen is en nog steeds doet
of als iets in het verleden begonnen is en nog aan de gang is
Ook als het niet belangrijk is wanneer iets gebeurd is, maar iemand heeft iets gedaan of er is iets gebeurd waarvan de resultaten nog merkbaar zijn.
Vaak komen in de zin de woorden
for
of
since
voor.
- HAVE/HAS + werkwoord +-ed of have/has +DERDE RIJTJE
Slide 10 - Slide
past simple vs present perfect
I
worked
in Hengelo for seven years.
(ik werk er nu dus niet meer)
I
went
to New York in 2015.
(1x in 2015)
I
have worked
for Reggesteyn for one year.
(en ik werk er nu nog steeds)
I
have been
to New York twice.
(ooit eens geweest, gaat om de ervaring)
Slide 11 - Slide
I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple
Slide 12 - Drag question
We visited my aunt and uncle last weekend.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 13 - Quiz
I ... a new phone last week.
A
bought
B
have bought
Slide 14 - Quiz
I ... my car. It looks great now!
A
washed
B
have washed
Slide 15 - Quiz
I ... my aunt yesterday.
A
visited
B
have visited
Slide 16 - Quiz
My mom ... smoking two months ago.
A
stopped
B
has stopped
Slide 17 - Quiz
I ...(be) a teacher since 2010.
Slide 18 - Open question
Ik begrijp het verschil tussen past simple en present perfect en kan deze toepassen
A
Ja
B
Nee
C
Het gaat vaak goed, maar snap het half
D
Ik begrijp het verschil, kan het niet toepassen
Slide 19 - Quiz
Excersise 5 / 10 paragraph 4.2
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
August 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
- Lesson with
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple
June 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Perfect
June 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Past simple vs present perfect
March 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Past simple vs present perfect
February 2024
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2,3