T4.3 Lezen
2
Vragen over de leertekst ‘Reclame’.
a In de eerste alinea worden drie doelen genoemd die een reclame kan hebben. Zoek bij elk
doel een voorbeeld van een reclame en beschrijf deze kort. Noteer bij elk voorbeeld of het
een commerciële of een ideële reclame is. Leg je antwoord steeds uit.
Eigen antwoord. Als het goed is heb je één voorbeeld van een commerciële reclame (het
product kopen) en twee voorbeelden van een ideële reclame (goed doel steunen of verkeerd
gedragen vermijden of afleren) beschreven.
b Bekijk de reclames die je bij opdracht 2a hebt opgezocht nog eens. Welke middelen heeft de
reclamemaker gebruikt voor de opmaak van de reclame?
Eigen antwoord. Voorbeelden van middelen: de verdeling van de tekst over de bladzijde; het
gebruik van hoofdletters zodat iets opvalt; het gebruik van kleur of de toevoeging van een
afbeelding.
c Bekijk het beeld van een van de reclames die je bij opdracht 2a hebt opgezocht nog eens
goed. Wat is de functie van de afbeelding(en)?
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: aandacht trekken; illustratie of voorbeeld bij de tekst;
informatie toevoegen aan de tekst.