Rep opgeven + herhaling stof tijdens roemeniereis (voor 3d en 3e)

Deze les
  1. Presentatie(s)
  2. Woord van de week
  3. Rep. opgeven (waar gaat het over?)
  4. Herhaling lessen tijdens Roemeniëreis. 

1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Deze les
  1. Presentatie(s)
  2. Woord van de week
  3. Rep. opgeven (waar gaat het over?)
  4. Herhaling lessen tijdens Roemeniëreis. 

Slide 1 - Slide

Woord van de week

Slide 2 - Slide

Woord van de week
Vwo: aan de man brengen > verkopen

Havo: concept > 1. voorlopig plan
                                   2. (voorlopig) ontwerp
                                   3. opvatting

Slide 3 - Slide

Woord van de week
Havo: concept > 1. voorlopig plan
                                   2. (voorlopig) ontwerp
                                   3. opvatting/ idee
* Dit is het concept voor de sportdag die in mei op school gegeven wordt. (Plan)
* Deze opzet is slechts nog een concept, in een later stadium wordt het verder uitgewerkt. (Voorlopig ontwerp)
* Voorzitter, Commissaris, collega's, duurzame ontwikkeling is een prachtig concept. 

Slide 4 - Slide

Repetitie hoofdstuk 4 en 5
dinsdag 7 juni
Wat moet je voorbereiden voor de toets?
hoofdstuk 4
hoofdstuk 5
Lezen
-commerciële en ideële reclame
-functies van beeld en opmaak
-kenmerken van de column
x
Woorden
-woordenlijst
-eufemisme 
(-vwo: hyperbool)
-woordenlijst
-ironie, sarcasme (vwo: cynisme)
Spelling
-voltooid dw. als bijv. nw.
-tegenw. dw. als bijv. nw. 
-leestekens: accent, thema, apostrof, weglatingsstreepje en koppelteken.
-Er (daar, hier, waar)+ voorzetsel > los of aan elkaar?
-Tussen-n en tussen-s bij samenstellingen.

Slide 5 - Slide

Repetitie hoofdstuk 4 en 5
dinsdag 7 juni
Wanneer is de toets?


dinsdag
donderdag
vrijdag
vandaag!
-------------------------
-------------------------
------------------------
toetsvoorbereiding
toetsvoorbereiding
Repetitie
les
les

Slide 6 - Slide

herhaling lezen en woorden
(lessen tijdens Roemeniëreis)
Lezen Wat gaan we leren?

• het verschil tussen commerciële en ideële reclame;
• de functie van beeld en opmaak in reclames herkennen;
• wat een column is



Slide 7 - Slide

Lezen 4.3
Wat gaan we leren?

• het verschil tussen commerciële en ideële reclame;
• de functie van beeld en opmaak in reclames herkennen;
• wat een column is

Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame?
Activeren!
   De maker wil dat je iets gaat doen > een product kopen, stemmen, een goed doel steunen
   De maker wil dat je juist iets niet gaat doen > verkeerd gedrag vermijden of afleren.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Lezen 4.3
Wat gaan we leren?

• het verschil tussen commerciële en ideële reclame;
• de functie van beeld en opmaak in reclames herkennen;

Twee soorten reclame, als je kijkt naar de achterliggende bedoeling:
1. Commerciële reclame: wil mensen tot iets overhalen om er geld aan te verdienen.
2. Ideële reclame: wil het gedrag van mensen beïnvloeden met een boodschap over een maatschappelijk onderwerp.

Slide 10 - Slide

Lezen 4.3
Wat gaan we leren?

• het verschil tussen commerciële en ideële reclame;
• de functie van beeld en opmaak in reclames herkennen;

Twee soorten reclame, als je kijkt naar de achterliggende bedoeling:
1. Commerciële reclame: wil mensen tot iets overhalen om er geld aan te verdienen.
2. Ideële reclame: wil het gedrag van mensen beïnvloeden met een boodschap over een maatschappelijk onderwerp.

Slide 11 - Slide

Lezen 4.3
Beeld en opmaak (lay-out)

Interesse wekken/ de aandacht trekken.
Soms is het beeld zelfs belangrijker dan de tekst.

Beeld: afbeelding die in de tekst staat. Functies: aandacht trekken, illustratie, voorbeeld, informatie toevoegen etc. 

Opmaak: alles wat de schrijver doet met de manier waarop de tekst eruit ziet: lettertype, -grootte, kleur, verdeling over de bladzijde etc.

Slide 12 - Slide

Lezen 4.3 beeld en opmaak

Slide 13 - Slide

Lezen 4.3 beeld en opmaak

Slide 14 - Slide

Lezen 4.3 de column
Columns zijn korte teksten van dezelfde auteur die je regelmatig en op een vaste plaats in een (online) krant of tijdschrift ziet, of die je in gesproken vorm op radio of tv hoort.

De inhoud van columns kan enorm verschillen. Dit komt omdat je als schrijver zelf bepaalt over welk onderwerp je schrijft. Dat kan daarom variëren van een persoonlijke belevenis waarop je inzoomt, tot een reactie op een politiek of maatschappelijk verschijnsel of op een gebeurtenis die je heeft getroffen.

In bijna elke column speelt de mening van de schrijver een belangrijke rol. Het voornaamste tekstdoel is overtuigen of amuseren, maar in veel columns zijn de tekstdoelen vermengd.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Column op de radio
Pieter Derks 
Over de nieuwe Pandemie


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Woorden 5.5
We leren
Ironie, sarcasme en cynisme herkennen.

Slide 19 - Slide

woorden 5.5
Ironie is vriendelijke spot die niet kwetsend is bedoeld. 

Wie ironie gebruikt, wil een grapje maken. Maak je een ironische opmerking, dan zeg je vaak het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Door de toon waarop iets wordt gezegd of door de lichaamshouding kun je een ironische opmerking herkennen.

-Het weer is geweldig. (als het pijpenstelen regent)
-Het is hier niet bepaald druk. (als de zaal praktisch leeg is)

Hoe gebruikt Pieter Derks ironie in zijn columns?

Slide 20 - Slide

woorden 5.5
Sarcasme is scherpe spot die bedoeld is om de ander te kwetsen.

- Vooral zo doorgaan, dan komt het wel goed!
(leraar tegen een leerling die opnieuw een onvoldoende heeft gehaald)

Slide 21 - Slide

woorden 5.5
Cynisme is meer een houding dan een soort humor. Een cynicus gaat uit van het slechte in de mens en maakt daar bittere grappen over.

Slide 22 - Slide

woorden 5.5 
Misverstanden
Ironie veroorzaakt nogal eens misverstanden, vooral in geschreven teksten. In e-mails of whatsappberichten proberen veel mensen dat te voorkomen door achter de opmerking een smiley (knipoog) te plaatsen.

Hoe proberen we dit te voorkomen?
Dat was weer een nuttige vergadering. 😉
Dat was weer een nuttige vergadering. ;-)
Ook met aanhalingstekens kun je aangeven dat je iets ironisch bedoelt.
Dat was een ‘geslaagde’ grap.

Slide 23 - Slide

Ga bij het voorbereiden op de toets niet alleen de theorie doorlezen,
maar oefen ook hoe je het toepast met de
test jezelf en versterk jezelf!


hoofdstuk 4
hoofdstuk 5
Lezen
-commerciële en ideële reclame
-functies van beeld en opmaak
-kenmerken van de column
x
Woorden
-woordenlijst
-eufemisme 
(-vwo: hyperbool)
-woordenlijst
-ironie, sarcasme (vwo: cynisme)
Spelling
-voltooid dw. als bijv. nw.
-tegenw. dw. als bijv. nw. 
-leestekens: accent, thema, apostrof, weglatingsstreepje en koppelteken.
-Er (daar, hier, waar)+ voorzetsel > los of aan elkaar?
-Tussen-n en tussen-s bij samenstellingen.

Slide 24 - Slide