This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Goeiemorgen!
Slide 1 - Slide
doel: ik kan een percentage (%) bij een aantal uitrekenen.
uitleg
zelfstandig werken.
Slide 2 - Slide
In de klas van Siebe zitten 25 leerlingen in de zomervakantie zijn hiervan 18 leerlingen naar het buitenland geweest. Met een verhoudingstabel kun je bereken hoeveel procent van de leerlingen hun vakantie doorbracht in het buitenland. Waarom staat er in de verhoudingstabel 100% onder de 25 leerlingen
timer
1:00
Slide 3 - Open question
In de klas van Siebe zitten 25 leerlingen in de zomervakantie zijn hiervan 18 leerlingen naar het buitenland geweest. Met een verhoudingstabel kun je bereken hoeveel procent van de leerlingen hun vakantie doorbracht in het buitenland. Bereken hoeveel leerlingen naar het buitenland op vakantie zijn geweest?
timer
2:30
Slide 4 - Open question
Hoe schrijf je het op?
Slide 5 - Slide
uitleg
1. teken een tabel
2. vul de gegevens in.
3. vul 100% bij het totaal in.
4. vul in wat je wilt weten.
5. zet de boogjes erbij.
6. reken uit.
7. zet je antwoord bij de tabel.
Slide 6 - Slide
Maak opgave 3 (blz. 129) en stuur in.
timer
5:00
Slide 7 - Open question
Een kledingzaak geeft 30% korting op broeken. Gaby koopt een broek van 55 euro. Hoeveel euro korting krijgt zij?
A
11,50 euro
B
12,75 euro
C
16,50 euro
D
18 euro
Slide 8 - Quiz
Hoeveel procent van de leden speelt competitie?
A
35 %
B
45 %
C
55 %
D
65 %
Slide 9 - Quiz
Op een schoolfeest komt
deel van klas 1. Hoeveel procent is dit?
54
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
Slide 10 - Quiz
Op een schoolfeest komt
deel van klas 1. Hoeveel leerlingen zijn dat ongeveer?
54
A
180
B
190
C
195
D
205
Slide 11 - Quiz
Hoe zou jij dit aanpakken?
Slide 12 - Slide
Mikki krijgt 30% korting op deze controller. Hoeveel procent moet zij betalen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
Slide 13 - Quiz
Hoeveel kost de controller nu? (30% korting)
Slide 14 - Open question
timer
4:00
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Joeri betaalt 79 euro voor zijn busabonnement. Volgend jaar wordt het bedrag met 2% verhoogt. Leg uit dat de nieuwe prijs overeenkomt met 102 %
Slide 17 - Open question
Joeri betaalt 79 euro voor zijn busabonnement. Volgend jaar wordt het bedrag met 2% verhoogt. Bereken de nieuwe prijs. Rond af op hele euro's.