Oefenen voor de repetitie

Oefenen voor de repetitie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenen voor de repetitie

Slide 1 - Slide

Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?
A
natuurlijke immuniteit
B
kunstmatige immuniteit
C
immuniteit
D
vaccin

Slide 2 - Quiz

Wat is een antigeen?

Slide 3 - Open question

Allergie
Immuun
Antistoffen
Infectie
Ziekteverwekker
Virus, bacterie of schimmel
beschermd tegen infectieziekten
Ziekteverwekkers die binnen het lichaam zijn en gaan vermenigvuldigen
Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
maakt ziekteverwekker onschadelijk

Slide 4 - Drag question

Waarom geen antistoffen inspuiten?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waaruit bestaat lymfe?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het stollen van het bloed wordt gestart door de....
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 12 - Quiz

Bij bloedarmoede kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren door...

A
Een gebrek aan bloedplasma
B
Een gebrek aan rode bloedcellen
C
Een gebrek aan hemoglobine
D
Vervormde rode bloedcellen

Slide 13 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 14 - Drag question

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 15 - Drag question


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 16 - Quiz

Hoe loopt de grote bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 17 - Quiz

Bovenste Holle Ader
Aorta
Longader
Linkerkamer
Rechterkamer
Halvemaanvormige kleppen

Slide 18 - Drag question

Wat is er aan de hand bij een hartinfarct?

Slide 19 - Open question

Hoe maken witte bloedcellen virussen en bacteriën onschadelijk?

Slide 20 - Open question

Oefenvraag
Stel je legt een infuus aan  voor een bloedtransfusie. Voor dit infuus gebruik je een ader in de arm van een patiënt. 

Gaat het bloed dan de grote of de kleine bloedsomloop in? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Slide

Grote of kleine bloedsomloop? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open question

Wat is de functie van de grote bloedsomloop?

Slide 23 - Open question

Wat gebeurd er als de boezems samentrekken?

Slide 24 - Open question

Noem 3 verschillen tussen een ader en een slagader

Slide 25 - Open question

Wat is de functie van de kransslagader?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Wat kun je doen als dokter als een bloedvat in het hart afgesloten is door trombose of atherosclerose?

Slide 28 - Open question

Welk bloed kan iemand ontvangen met bloedgroep 0

Slide 29 - Open question

Welke bloedgroep(en) mag de donor hebben?

Slide 30 - Slide

De donor mag de volgende bloedgroep(en) hebben
A
0
B
A
C
B
D
AB

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Succes met leren!

Slide 33 - Slide