What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 3 herhaling 1.8 woordsoorten grammatica
Herhaling woordsoorten benoemen
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling woordsoorten benoemen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we in deze les doen?
Herhalen woordsoorten
Opdrachten nakijken
Laatste opdrachten maken van paragraaf 1.8
Slide 2 - Slide
Sandra schrijft een boek.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
A
Sandra
B
Boek
C
Schrijft
D
Een
Slide 3 - Quiz
De buurman en zijn vrouw hadden ruzie.
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
A
De buurman
B
Hadden
C
Ruzie
D
Zijn
Slide 4 - Quiz
Imane brengt eerst de kinderen weg, zodat zij naar haar werk kan.
Wat is het voegwoord in deze zin?
A
Brengt
B
Eerst
C
Zodat
D
Naar
Slide 5 - Quiz
Ik ga met Joep in het bos wandelen.
Wat is het hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord in deze zin?
A
Ga = hulpwerkwoord Wandelen= zelfstandig werkwoord
B
Wandelen= hulpwerkwoord Ga= zelfstandig werkwoord
C
Ik = hulpwerkwoord Joep= zelfstandig werkwoord
D
Het bos = zelfstandig werkwoord Ga= hulpwerkwoord
Slide 6 - Quiz
Zij begon opeens te schreeuwen.
Wat voor woordsoort is 'opeens' in deze zin?
A
Voorzetsel
B
Voegwoord
C
Lidwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Quiz
Zij was erg bang voor die man
Is het woord 'voor' een voorzetsel in deze zin?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Hij kwam te laat omdat de brug openstond.
Wat voor woordsoort is 'omdat' in deze zin?
A
Voorzetsel
B
Voegwoord
C
Lidwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
In Parijs werden de doden van de aanslagen herdacht.
Wat voor woordsoort is 'Parijs' in deze zin?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Aanwijzend voornaamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
Die boze buurman van hem heeft de politie weer gebeld.
Wat voor woordsoort is 'die' in deze zin?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 11 - Quiz
De zware steen kon hij niet optillen.
Wat voor woordsoort is 'zware' in deze zin?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 12 - Quiz
'Die boerderij maakt heerlijke kaas'.
Benoem de woordsoorten in deze zin.
Slide 13 - Open question
'Die nieuwe buurman lijkt me aardig'.
Benoem de woordsoorten in deze zin.
Slide 14 - Open question
Aan de slag!
Jullie gaan opdracht 15 en 19 maken op bladzijde 69 en 70 van je boek.
Ben je hiermee klaar? Dan maak je alvast opdracht 1 van paragraaf 2.8 op bladzijde 137 van je boek.
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Les 3 herhaling 1.8 woordsoorten grammatica
November 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica WS hoofdstuk 1 (les 1)
September 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2h4, 17.01.2023
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Grammatica 6.4 2-BK
June 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Herhaling woordleer
April 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2TH Herhaling woordsoorten - donderdag 20 mei
June 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
October 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
TH3B week 38
September 2019
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3