Vakdidactiek les 5: Gedicht afmaken en voordragen

Les 5: Gedicht afmaken en voordragen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 5: Gedicht afmaken en voordragen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je leert meer over het schrijven van een gelegenheidsgedicht.
- Je werkt verder aan het schrijven van een gedicht aan de hand van het stappenplan EKSTER.
- Je formuleert een leerdoel vanuit de tips en tops van de pitch.
- Je draagt je geschreven gedicht voor in de groepjes.

Slide 2 - Slide

Gelegenheidsgedicht
  • Een gelegenheidsgedicht schrijf je om een gebeurtenis in poëzie te vieren of te herdenken. Voorbeeld?
  • Gelegenheidsgedichten werden vooral tussen 1550-1850 in enorme aantallen geschreven in Nederland. Voor gebruik binnen de eigen familie – van die traditie hebben we nu eigenlijk alleen het sinterklaasgedicht nog over. 
  • Nu Dichter des vaderlands

Slide 3 - Slide

Opdracht
  • We gaan in tweetallen (ander tweetal dan opdracht pitch) een gelegenheidsgedicht schrijven. Je mag zelf het onderwerp kiezen. 
  • Je schrijft een gedicht van minimaal 2 strofen.
  •  In de strofen moet ook een opbouw in valentie (rollen van het werkwoord) zitten. 
  • De eerste strofe heeft minimaal één zin met valentie 1 (een werkwoord met 1 rol). De tweede strofe heeft minimaal één zin met valentie 2 (een werkwoord met 2 rollen). De eventuele derde strofe heeft één zin met valentie 3 (een werkwoord met 3 rollen). En bij de eventuele vierde, vijfde (enzovoorts), mag je zelf een valentie (rol van het werkwoord) kiezen.

Slide 4 - Slide

EKSTER

Eerst nadenken
Kiezen
Schrijven
Teruglezen
Evalueren
Reviseren

Slide 5 - Slide

Dichten in tweetallen
In tweetallen een kwartier aan de slag met de opdracht!
Deze les moet hij af. 
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Wat waren de tips en tops die je gekregen hebt bij de pitch?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Leerdoel voordracht gedicht
Je gaat in je groepje je geschreven gedicht voordragen.
Tijdens de voordracht let je extra op de tips en tops vanuit de pitch.
Deze formuleer je eerst in een leerdoel. 

Bijvoorbeeld je sprak wat zacht tijdens de pitch;
Tijdens het voordragen van het gedicht wil ik luider en duidelijker spreken door minder binnensmonds te praten. 

Vul het leerdoel in in het werkblad van deze les. 
Na het voordragen krijg je feedback van je groepsgenoten op het leerdoel. 

Slide 9 - Slide

Hoe ging het voordragen van je gedicht?

Slide 10 - Open question

Lesdoelen
- Je leert meer over het schrijven van een gelegenheidsgedicht.
- Je werkt verder aan het schrijven van een gedicht aan de hand van het stappenplan EKSTER.
- Je formuleert een leerdoel vanuit de tips en tops van de pitch.
- Je draagt je geschreven gedicht voor in de groepjes.

Slide 11 - Slide

Hoeveel lesdoelen heb je behaald?
1
2
3
4
0

Slide 12 - Poll