FRT - 1 op 1 - paniek

Wat is Faalangst / paniekaanval
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is Faalangst / paniekaanval

Slide 1 - Slide

Wat is het? 
Iets wel kunnen, maar bang zijn voor een slechte prestatie. 

Je voelt de druk vanuit jezelf of misschien vanuit anderen.

Onwerkelijke Angst of paniek

Slide 2 - Slide

Paniek
Paniek- het kan iedereen overkomen.

Heb je al eens eerder meegemaakt, dan kun je bang zijn dat het je nog een keer gebeurt.

Slide 3 - Slide

Angst
Hoort bij het leven en is eigenlijk een emotie.

Gevaarlijke situatie: 
vecht of vlucht....levensgevaarlijk: bevriezen.

Slide 4 - Slide

Klopt het?
Angst voor: presenteren, toetsen en klassikaal iets doen.

Stel je zelf de vraag is het terecht dat ik bang ben? Is het een werkelijke angst?

Slide 5 - Slide

Aandacht
Je voelt paniek opkomen in je lichaam. Je wilt je er tegen verzetten. Neeee

Wat je aandacht geeft gaat groeien!

Slide 6 - Slide

Aanspannen/ontspannen
Je lichaam gaat op slot als het in paniek stand gaat. Je spant je tenen en je spieren aan.

Tip! Voel waar de spanning zit en probeer het een voor een te ontspannen.

Slide 7 - Slide

Activeer je zintuigen
Blijf in het nu. Ga niet met je aandacht naar binnen naar je paniek. 

Ga bewust kijken/voelen/ ruiken/proeven.
Zo houd je invloed op jezelf.

Slide 8 - Slide

Helaas
Soms overkomt het je toch en kun je het niet tegenhouden.
Dat is menselijk.

Een paniekaanval duurt maar 90 seconden....mits je het geen aandacht geeft. 

Je kunt het leren controle te krijgen over je gevoel en gedachten.
Je lichamelijke reacties rustiger maken.

Slide 9 - Slide

Waarom
Wees lief voor jezelf. Het komt goed! Het is niet erg.

Stel jezelf de vraag...wat is de reden? Zorg ik goed voor mezelf. Wat kan ik veranderen?
Denk eens positief!

Slide 10 - Slide

Een voorbeeld:
Gebeurtenis: Tim moet een presentatie houden. 
Gedachte (negatief/niet waar ): Het zal wel niet lukken en de klas lacht me vast uit. 
Gevoel: Tim is zenuwachtig en krijgt buikpijn. 
Gedrag: Tim komt niet uit zijn woorden en vergeet wat hij wilde vertellen.

Slide 11 - Slide

Gebeurtenis: Tim moet een spreekbeurt houden. 
Gedachte (positief/ waar): Iedereen is zenuwachtig voor een spreekbeurt. Ze zullen me echt niet uitlachen. ik heb het goed voorbereid en kan niet meer doen dan dat.
Gevoel: Tim is positief gespannen. 
Gedrag: Tim houdt een goede spreekbeurt. Hij is rustig en verteld wat hij weet.
Nu beschrijven we dezelfde gebeurtenis maar met een andere gedachte.

Slide 12 - Slide

Tips:
  • Diepe ademhaling oefening - 4 tellen in en 4 tellen uit.
  • positieve gedachten
  • Dagboek bijhouden - elke dag opschrijven wat goed ging of waar je trots op bent.
  • spieren ontspannen. 

Slide 13 - Slide

Nu jij...

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide