woordsoorten: Bijwoord (bw)
je kunt er dezelfde w + h-vragen bij stellen als bij de bwb:
-wanneer? een tijdstip: morgen, gisteren, straks, vroeger
- waar/waarheen? een plaats: daar, hier, daarginds, ergens, overal
- waarom/waardoor? een reden / oorzaak: daarom, daardoor
- Hoe? situatie/op welke manier iets gebeurt: ontzettend, vervelend, prettig, leuk, vreselijk, erg, enorm, nogal, zeer....