H5 herhalen par. 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

H5 herhalen par. 3

Hoe noem je een bestuurder van de Republiek?

1. Regent
2. Stadhouder
3. Bestuurder
4. Rijke burger

Hoe noem je de opperbevelhebber van het leger en de vloot in een gewest.

1. Regent
2. Stadhouder
3. Bestuurder
4. Legeraanvoerder

Leg uit wie in de Republiek de meeste macht hadden.

Je had in de 17e eeuw vier sociale lagen in de Republiek. Wie waren de bovenste laag?

1. Rijke kooplieden, zaten vaak ook in het bestuur
2. Winkeliers en ambachtslieden
3. Arbeiders met lage lonen
4. Armen, zieken en ouderen

Je had in de 17e eeuw vier sociale lagen in de Republiek. Wie waren de onderste laag?

1. Rijke kooplieden, zaten vaak ook in het bestuur
2. Winkeliers en ambachtslieden
3. Arbeiders met lage lonen
4. Armen, zieken en ouderen

Je had in de 17e eeuw vier sociale lagen in de Republiek. Welke laag kwam onder de rijke kooplieden?

1. Rijke kooplieden, zaten vaak ook in het bestuur
2. Winkeliers en ambachtslieden
3. Arbeiders met lage lonen
4. Armen, zieken en ouderen

Je had in de 17e eeuw vier sociale lagen in de Republiek. Welke laag komt boven de armen, zieken en ouderen?

1. Rijke kooplieden, zaten vaak ook in het bestuur
2. Winkeliers en ambachtslieden
3. Arbeiders met lage lonen
4. Armen, zieken en ouderen

Hoe noemen we de periode van welvaart en van de bloei van schilderkunst en voor wetenschap in de 17e eeuw in de Republiek?

1. Bloeiperiode
2. Nederlandse Opstand
3. Gouden Eeuw
4. Schilder revolutie

Leg uit waarom in de Gouden Eeuw schilders meer schildersopdrachten kregen.

Geef een voorbeeld van een schilder uit de Gouden Eeuw.

Leg uit waarom de Gouden Eeuw ook een bloeiperiode was voor de wetenschap.