De VOC en WIC hadden allebei het alleenrecht op de handel met een bepaald gebied.
De VOC en WIC hadden nog meer speciale rechten, zoals:
forten bouwen en oorlog voeren
VOC: 1602, Handelden met de gebieden: Oost-Indië, nootmuskaat, foelie, peper en kruidnagel
WIC: 1621, Handelden met de gebieden: Afrika en Amerika, rietsuiker, tabak en slaven