hft 1: 1.1 organismen indelen

1.1 Organismen indelen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.1 Organismen indelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de levenskenmerken noemen en uitleggen.
  • Je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen.
  • Je kunt de naam van organismen opzoeken met een zoekkaart of determineertabel.


Slide 2 - Slide

Hoe leuk vindt jij biologie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Met welk cijfer voor biologie ging jij vorig jaar over?
3
4
5
6
7
8
9
geen idee

Slide 4 - Poll

Wat zijn levenskenmerken?
A
hoe groot en zwaar een organisme is
B
kenmerken van een levend organisme
C
de ontwikkeling van een organisme
D
een kenmerk van een dood dier

Slide 5 - Quiz

Welk levenskenmerk is een voorbeeld van het levenskenmerk 'reageren op prikkels'?
A
Beweging
B
Ademhaling
C
Groeien
D
De bloedsomloop

Slide 6 - Quiz

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Ademhaling
C
Uitscheiding
D
reageren

Slide 7 - Quiz

Levenskenmerken
Organisme: levend wezen.

Levenskenmerken: kenmerken van het leven.
  1. Voeden
  2. groeien
  3. ademen
  4. uitscheiding
  5. reageren
  6. voortplanten


Slide 8 - Slide

Levenskenmerken
  • voortplanten
  • groeien
  • ontwikkelen
  • reageren op prikkels
  • bewegen
  • voeden
  • stofwisseling
  • ademhalen
  • uitscheiden
Er zijn er nog meer

Slide 9 - Slide

Soorten

Slide 10 - Slide


in de afbeelding zie je een foto van een lijger. Een lijger is een kruising tussen een leeuw en een tijger. Mannetjes lijgers kunnen zich niet voorplanten. Is een lijger een soort?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Bestaat er dan ook een teeuw?
A
Ja, zeker
B
Misschien
C
Nee joh, grapjas
D
Dat is hetzelfde als een lijger

Slide 12 - Quiz

wanneer is een soort een soort?
A
Wanneer individuen binnen een soort er het zelfde uit zien.
B
Wanneer individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Wanneer individuen nakomelingen kunnen krijgen
D
Geeeeeeen idee

Slide 13 - Quiz

Soorten
Organismen behoren tot dezelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 14 - Slide

Nee, het is geen soort.

Het kan geen vruchtbare nakomelingen maken.

We noemen dit een hybride.
Is een muildier/muilezel een soort?

Slide 15 - Slide


Er zijn meer soorten dan stammen in de ordening van soorten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Indelen van organismen in groepen

Ordening: indelen van organismen in groepen
Cellen: kleine bouwstenen van een organisme

Op basis van verschil in cellen maken we 4 groepen (rijken)

Slide 17 - Slide

De 4 rijken

Slide 18 - Slide

Indeling dierenrijk (afdelingen)

Slide 19 - Slide

Indelen gewervelden
5 klasse


1. Vissen        4. Vogels

2. Amfibieën   5. Zoogdieren
3. Reptielen

Slide 20 - Slide

Gewervelden
huid
temperatuur
ademhaling
voortplanting
milieu
vissen
schubben met slijm
koudbloedig
kieuwen
eieren zonder schaal
onder water
amfibiën
slijm
koudbloedig
longen
eieren zonder schaal
land/water
reptielen
droge schubben
koudbloedig
longen
eieren met leerachtige schaal
land/water
vogels
veren
warmbloedig
longen
eieren met kalkschaal
in de lucht
zoogdieren
haren
warmbloedig
longen
levendbarend
land

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

wetenschappelijke naamgeving
 Eerst komt altijd het geslacht
Geschreven met een hoofdletter

Als tweede komt de soort 
Geschreven met een kleine letter

Homo sapiens

Slide 23 - Slide

Welke soortnaam is correct geschreven?
A
pinus mugo
B
Pinus mugo
C
pinus Mugo
D
Pinus Mugo

Slide 24 - Quiz

De latijnse naam van de ijsbeer is Ursus maritimus.
Wat is de soortnaam?
A
Ursus
B
timus
C
Ursus maritimus
D
maritimus

Slide 25 - Quiz

De soortnaam schrijf je altijd met een hoofdletter
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Hoe vind je de naam van een organisme? DETERMINEREN


Determineren

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Determineer de vogel
A
Kieviet
B
Zilverplevier
C
Kleine plevier
D
Bontbekplevier

Slide 30 - Quiz

Determineer dit diertje (2 mm)
A
Eenoogkreeftje
B
Watervlo
C
Watermijt
D
Kokerjuffer

Slide 31 - Quiz

Determineer deze mug.
A
1b - 4b Langpootmug
B
1a - 2b- 3b Steekmug
C
1b - 4a Steltmug
D
1a - 2b - 3a Tijgermug

Slide 32 - Quiz

Determineer deze vogel.
A
1b - 3a Kievit
B
1b - 3b Zilverplevier
C
1a - 2a - 4a Kleine plevier
D
1a - 2a - 4b Bontbekplevier

Slide 33 - Quiz

Inloggen methodesite
ga naar je gewone magister
klik op leermiddelen
klik op biologie (nectar)
voor code in: 66524
klaar? ga verder met je huiswerk

Slide 34 - Slide

Huiswerk maken
of huiswerk alvast nakijken

Slide 35 - Slide