This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
LB 5.2A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
Werkwoorden vervoegen
De vorm van het werkwoord aanpassen.
Persoonsvorm is een vervoegde vorm van een werkwoord.
Kenmerken persoonsvorm:
1. getal: enkelvoud of meervoud
2. persoon: eerste, tweede of derde persoon
3. tijd: tegenwoordige of verleden tijd
Slide 2 - Slide
Werkwoorden vervoegen
Slide 3 - Slide
Wat vraag je je eerst af als je een persoonsvorm moet schrijven?
A
tijd
B
getal
C
persoon
Slide 4 - Quiz
Wat vraag je je vervolgens af als je een persoonsvorm moet schrijven?
A
tijd
B
getal
C
persoon
Slide 5 - Quiz
De hoeveelste persoon is: hij
A
eerste persoon enkelvoud
B
tweede persoon enkelvoud
C
derde persoon enkelvoud
Slide 6 - Quiz
De hoeveelste persoon is: ik
A
eerste persoon enkelvoud
B
eeerste persoon meervoud
C
derde persoon
Slide 7 - Quiz
De hoeveelste persoon is: Rika en Jolijn
A
eerste persoon enkelvoud
B
tweede persoon meervoud
C
derde persoon meervoud
Slide 8 - Quiz
De hoeveelste persoon is: de deur
A
eerste persoon enkelvoud
B
tweede persoon enkelvoud
C
derde persoon enkelvoud
Slide 9 - Quiz
Stam
Basis van een werkwoord.
Werkwoord zonder -en.
Eerste persoon enkelvoud = stam
Soms stam aanpassen
Slide 10 - Slide
Stam
Basis van een werkwoord.
Werkwoord zonder -en.
Eerste persoon enkelvoud = stam
Soms stam aanpassen
Slide 11 - Slide
Schrijf het werkwoordschema van het werkwoord 'houden' op in de ott. 1e, 2e, 3e persoon enkelvoud en meervoud. Doe het zo: ik.... jij.... hij.... wij.... jullie... zij.....
Slide 12 - Open question
Kun je een d toevoegen aan de ik-vorm in de ott?
A
ja hoor, geen probleem
B
Nee, dat kan niet
C
NEE, DAT KAN NIET
D
NEEEEEE niet doen, anders krijgt mevrouw Elsinga een rolberoerte.