P2 Grammatica Woordsoorten

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de nieuwe plattegrond.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de nieuwe plattegrond.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen
- Uitleg komende periode: Grammatica én Formuleren
- Herhaling woordsoorten klas 1
- Oefening woordsoorten klas 1
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek 
en ga lekker lezen.



Zet je boek na het lezen netjes terug in de kast.

Slide 3 - Slide

Komende periode...
...behandelen we twee verschillende onderdelen:
1.  Grammatica Woordsoorten
2. Formuleren

In de toetsweek komt alleen Grammatica Woordsoorten terug.
Formuleren heb je nodig om verder te kunnen in klas 3 en 4, het is dus wel/ook belangrijk!

Slide 4 - Slide

Herhaling Woordsoorten klas 1
In klas 1 zijn vijf verschillende woordsoorten behandeld:
- lidwoord (bepaald en onbepaald)
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord (ook stoffelijk)
- werkwoord
- voorzetsel
Ken je ze nog??

Slide 5 - Slide

Oefening
- We gaan de verschillende woordsoorten bij langs. 
- Elke keer stel ik een vraag. Noteer het antwoord in je schrift.
- Na de vraag volgt uitleg. Deze uitleg staat niet in je boek.
- Maak dus aantekeningen!

Slide 6 - Slide

Lidwoord (lw)
Wat weet je nog?


Slide 7 - Slide

Lidwoord (lw)
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een.
Ze staan altijd voor een zelfstandig naamwoord (zn). Tussen het zelfstandig naamwoord en het lidwoord kunnen bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan.

Bepaald lidwoord: dehet
Onbepaald lidwoord: een

Slide 8 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
Wat weet je nog?

Slide 9 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
- Medipladi: mensen, dieren, planten, dingen
- Er kan een lidwoord (lw) voor staan
- Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken
- Je kunt er meestal een meervoud van maken
- Ook namen van personen, instellingen of merken zijn 
   zelfstandig naamwoorden
>> Leerling, hond, tulp, pen, Ichthus College, Nike

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Wat weet je nog?

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het kan ervoor of erachter staan.
>> De gele pen. De pen is geel.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal een zelfstandig naamwoord is gemaakt.
>> De gouden ring. De ring is van goud.

Slide 12 - Slide

Werkwoord (ww)
Wat weet je nog?

Slide 13 - Slide

Werkwoord (ww)
Het werkwoord geeft aan wat iets/iemand doet/overkomt.
Je kunt het vervoegen:
- persoonsvorm (pv)                 mik, mikt, mikken, mikte, mikten
- voltooid deelwoord (vd)       gemikt
- hele werkwoord / infinitief  mikken

Slide 14 - Slide

Voorzetsel (vz)
Wat weet je nog?

Slide 15 - Slide

Voorzetsel (vz)
- Voorzetsels geven een plaats, tijd of richting aan.
- Ook wel 'kastwoorden' of 'feestjewoorden'.
>> op, in, achter, naast, bij, van, tijdens, naar, na, aan, ...

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Ga naar Magister > Nieuw Nederlands Online > Cursus 5 Grammatica > §1 WS Herhaling leerjaar 1.

Maak ten minste opdracht 1 en 2 voor de les van donderdag 2 november. Deze opdrachten zijn dus huiswerk.

Slide 17 - Slide