Woordsoorten

Nederlands 6-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Huiswerkcontrole
  3. Verschil grammatica zinsontleding en grammatica woordsoorten
  4. Uitleg Grammatica Woordsoorten
  5. Zelfstandig werken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 6-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Huiswerkcontrole
  3. Verschil grammatica zinsontleding en grammatica woordsoorten
  4. Uitleg Grammatica Woordsoorten
  5. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole
basis: startopdracht + 1 t/m 4 op blz. 34-36 + opdrachten van het kopietje 

kader: 1 t/m 5 op blz. 28-29 + 1 t/m 5 op blz. 84-85


Slide 2 - Slide

Datum SO Taalverzorging H1,2,3
Dinsdag 21 december

Taalverzorging H1,2,3                            Telt 1x mee
Zinsontleding: PV, OW, GEZ (K: + LV)
Woordsoorten: LW, ZN, WW (K: + BN, VZ)
Samengestelde zinnen
Werkwoordspelling 

Slide 3 - Slide

Zinnen in zinsdelen verdelen
Grammatica zinsontleding

Je verdeelt de zin in 
zinsdelen/blokken.
  1. Persoonsvorm (pv)
  2. Werkwoordelijk gezegde (wwgez)
  3. Onderwerp (ow)
  4. Lijdend voorwerp (lv)

Grammatica Woordsoorten

Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben.
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)
  4. Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
  5. Voorzetsels (vz)

Slide 4 - Slide

Verschil
Bij grammatica zinsontleding komt ieder blokje één keer voor (behalve bwb).

Bij grammatica woordsoorten kunnen meerdere woordsoorten in een zin voorkomen.

Slide 5 - Slide

Verschil

Slide 6 - Slide

Grammatica woordsoorten
Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben. Deze woordsoorten moet je kennen:
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)
  4. Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
  5. Voorzetsels (vz) 

Slide 7 - Slide

Lidwoord & Zelfstandig naamwoord
Er zijn drie lidwoorden (lw) --> de, het & een
Lidwoorden staan voor zelfstandige naamwoorden (zn)

Zelfstandige naamwoorden zijn:
  1. Mensen
  2. Dieren
  3. Dingen
  4. Namen

Slide 8 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord (bn) 
zegt iets over het zelfstandig
 naamwoord. 



Slide 9 - Slide

Voorzetsels
Een voorzetsel (vz) is een kort woordje dat vaak een tijd of plaats aangeeft. 

Tip --> kleine woordjes die
 je '... de kist' kan zetten




Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
basis: 1 t/m 7 op blz. 110-112
kader: 1 t/m 5 op blz. 56-57

Slide 11 - Slide