Uitleg: Wanneer doe je een hoofdletter?
1.
Aan het begin van de zin: Onze tante is vandaag jarig.
2. Bij namen: Malou Wiersma, meneer Van der Meer, het Lauwers College, Friesland, het Raadhuisplein, de Maas, de Hema.
3. Bij woorden die van namen zijn afgeleid: Noord-Amerikaanse, Duitse.
4. Bij feestdagen als: Pasen, Pinkseren, Koningsdag etc.
Let op: afleidingen van feestdagen niet! (paasontbijt, koningsdagbraderie)
Vanaf nu: Elke toets die je maakt, schrijf je duidelijke hoofdletters. (Niet markeren/arceren of een streep onder zetten etc.).