Herhaling + praktica

Het weer
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het weer

Slide 1 - Slide

Planning + doelen
Kunnen aangeven wat je moeilijk en wat je makkelijk vind aan dit hoofdstuk. 

Proef 2
Herhalen  hele hoofdstuk
Proef 3 
Test jezelf
Proef 4


Slide 2 - Slide

Proef 2 
Pak proef 2 voor je
Kijk goed mee! 

Slide 3 - Slide

Bij een hogedrukgebied
A
is het mooi weer
B
is het slecht weer
C
kan het mooi weer en slecht weer zijn

Slide 4 - Quiz

Je ziet hier vier afbeeldingen van meetinstrumenten (A t/m D).

Hoe heten deze instrumenten?
Met welk instrument wordt welk kenmerk van het weer gemeten?

Sleep het juiste woord naar het juiste meetinstrument. 
(je moet alle woorden gebruiken)

Temperatuur
Windsnelheid
Barometer
regenmeter
thermometer
hoeveelheid regen
windmeter
Luchtdruk

Slide 5 - Drag question

Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?
A
eerst smelten, dan condenseren
B
eerst smelten, dan stollen
C
eerst smelten, dan verdampen
D
eerst verdampen, dan condenseren

Slide 6 - Quiz

Zet de stappen voor een thermometer te ijken in de goede volgorde
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
Zet een thermometer in een bakje met smeltend ijs en wacht tot de vloeistof in de stijgbuis stilstaat.

Zet streepjes met dezelfde tussenruimte op het stuk van de  stijgbuis onder het vriespunt (0 °C) en boven het kookpunt (100 °C).
Verdeel de afstand tussen deze twee streepjes met nieuwe streepjes in 10 gelijke delen.
 

Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de gestegen vloeistof
Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de vloeistof.

Zet de thermometer in kokend water en wacht tot de vloeistof niet meer stijgt.

Slide 7 - Drag question

Welke fasenovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 8 - Quiz

De na de inslag hoor je 5 seconde later de knal. Hoever is het onweer van je vandaan als de snelheid in lucht 343 m/s is.
Afstand = snelheid x tijd
A
1715 meter
B
1715 kilometer
C
68,6 meter
D
68,6 kilometer

Slide 9 - Quiz

100 K = ..... graden Celcius
A
-273
B
-173
C
173
D
271

Slide 10 - Quiz

Hoeveel graden Kelvin is 300 graden Celcius?
A
27 K
B
27 C
C
573 K
D
573 C

Slide 11 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 graden Celcius

Slide 12 - Quiz

Lees de temperaturen af van de 5 thermometers
A
49 , 112, 13, 240, 52 graden Celsius
B
49, 108, 13, 230, 50 graden Celcius
C
50, 108, 13, 230, 52 graden Celcius
D
50, 112, 15, 240, 50 graden Celcius

Slide 13 - Quiz

De onderdruk meet je door....
A
Onderdruk = absolute druk - luchtdruk
B
Onderdruk = luchtdruk - absolute druk
C
Onderdruk = luchtdruk + absolute druk
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 14 - Quiz

De luchtdruk buiten bedraagt 1013 mbar. De band wordt opgepompt tot 2 bar Wat is de absolute druk
A
1011 mbar
B
1015 mbar
C
3013 mbar
D
- 1013 mbar

Slide 15 - Quiz

Bron van licht
Opwarming door zon
Terugkaatsen zonlicht
Warmte vasthouden
Wolken
Warmte doorlaten

Slide 16 - Drag question

Waar
Niet waar

De atmosfeer werkt als een deken op de aarde
De atmosfeer absorbeert zonlicht
Een broeikaseffect is 
altijd slecht
Door gassen uit te stoten verstoren we de energiebalans
Alle planeten hebben een atmosfeer
Vluchten voor oorlog noemen we ecologische migratie
Wind transporteert warmte van de evenaar naar de polen

Slide 17 - Drag question

Proef 3 
Pak proef 3 voor je
Luister goed! 

Slide 18 - Slide

Keuze
Kies wat je gaat doen
Je kunt kiezen uit: 
test jezelf maken in het werkboek 
test jezelf per paragraaf maken op de laptop
Samenvatting maken

Slide 19 - Slide

Proef 4 
Pak proef 4 voor je
Kijk goed! 

Slide 20 - Slide

Noem 2 dingen die je makkelijk vind aan dit hoofdstuk

Slide 21 - Open question

Noem 2 dingen die je moeilijk vind aan dit hoofdstuk

Slide 22 - Open question

Wat vond je van dit hoofdstuk?
A
Saai
B
Leuk
C
Interessant
D
OMG zoiets gaafs hebben we het nog nooit over gehad

Slide 23 - Quiz