Nectar 7.3 + 7.4

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Binask

Lesindeling

• Terugblik vorige les
• Wat moet je leren
• Quiz
• vragen?

Wat moet je leren

waar zijn bouwstoffen voor nodig?

1. Eiwitten, Mineralen en water
2. Voor de aanmaak van nieuwe cellen
3. zodat je lichaam goed blijft werken

In de dikke darm gaan onverteerde resten naar de endeldarm

1. Waar
2. Niet waar

Mensen met boulimia nervosa zijn zeer mager

1. waar
2. niet waar

Voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke vier voedingsstoffen horen bij de groep van de bouwstoffen?

1. Water
2. Mineralen
3. Vetten
4. Eiwitten

Welk mineraal heeft je lichaam nodig voor het aanmaken en vernieuwen van je rode bloedcellen?

1. Calcium
2. Natrium
3. Magnesium
4. IJzer

In welke vier organen in het lichaam vindt vertering plaats?

Het is buiten 26 graden welk enzym werkt het beste bij deze tempratuur

1. Enzym X
2. Enzym Y
3. Enzym Z

In welk orgaan gaan verteerde voedingsstoffen naar het bloed

1. Twaalfvingerige darm
2. Dikke darm
3. Dunne darm
4. Alvleesklier

Benoem de 4 verteringssappen en in welk orgaan deze gemaakt worden

Wat betekend ADH op etiketten van voedingsmiddelen

1. Algemene Dagelijks Hoeveelheid
2. Aangenomen Dagelijkse Hoeveelheid
3. Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid

Waar in het verteringsstelsel komt gal bij de voedselbrij

1. Alvleesklier
2. Galblaas
3. Maag
4. Twaalfvingerige darm

Hoe heten de uitstulpingen in de dunne darm die zorgen voor een groter oppervlak van de binnenkant?

1. Darmvlokken
2. Darmstulpen
3. Darmplooien
4. Haarvaten

Hoeveel liter water moet je o een dag drinken

1. 3
2. 1,25
3. 1,5
4. 2

Vet is een beschermende stof

1. waar
2. Niet waar

Een gebrekziekte krijg je door een gebrek aan bouwstoffen

1. waar
2. Niet waar

Uit wat voor onderdelen bestaat je lichaam uit

1. Botten
2. organen
3. moleculen
4. cellen

in de dikke darm komt er darmsap bij en in de slokdarm komt er alvleessap bij.

1. waar
2. Niet waar

Voor elk van deze cellen heb je bouwstoffen nodig

1. waar
2. niet waar