5.1 je omgeving waarnemen

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

5.1 je omgeving waarnemen

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij 'Waarnemen?

Slide 3 - Mind map

Waarnemen
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op invloeden uit je omgeving.


Slide 4 - Slide

Zintuigen
= Orgaan dat reageert op prikkels


1. Bij welk orgaanstelsel horen de zintuigen? 

2. welke 2 zintuigen bevinden zich in de oren?

Slide 5 - Slide

Zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel = Hersenen en het ruggenmerg

Zenuwen > Verbinden het ruggenmerg en hersenen met de rest van ons lichaam

Slide 6 - Slide

Prikkels
Een prikkel is een bepaalde invloed uit je omgeving.

Denk daarbij aan

Slide 7 - Slide

Zintuigen
  • Speciale cellen in zintuigen vangen prikkels op > zintuigcellen.
Zintuigcellen zijn verbonden met zenuwen. 

Waarom is het belangrijk dat zintuigen verbonden zijn met zenuwen?

Slide 8 - Slide

Waarnemen
  1. Prikkel wordt ontvangen door zintuig 
  2. zintuigcellen zetten prikkel om in impuls (elektrisch signaal)
  3. Impulsen worden via de zenuwen verstuurt 
  4. komen via het ruggenmerg in de hersenen terecht. 
  5. Hersenen verwerken impuls en 
      reageren hierop
  • Pas wanneer het impuls is de hersenen is verwerkt neem je de prikkel waar. 

Slide 9 - Slide

Prikkel of impuls
Prikkel
= invloed vanuit omgeving

Impuls 
=elektrisch signaal in zenuwen (zenuwen maken geen impuls) 



Slide 10 - Slide

Zintuigen in de huid
Warmte- en koude zintuigen > Temperatuur 
Tastzintuigen > structuur van voorwerpen (zacht/ruw/scherp)
Drukzintuigen > mate van druk op de huid
Pijnpunten > uiteinde van bepaalde zenuwen

Slide 11 - Slide

Gebieden in de hersenen

Slide 12 - Slide

Waarneming
  • Prikkel: invloed uit de omgeving. 
  • Zintuig: een orgaan dat op prikkels reageert en impulsen maakt.
  • Impuls: elektrisch signaal dat van zintuigen via zenuwen naar hersenen gaat.
  • Waarneming: als hersenen impulsen verwerken.

Slide 13 - Slide

Aan de slag
wat
5.1 opdrachten 1 t/m 3, 5 t/m 9
Hoe
zelfstandig, zachtjes overleggen
Heb je een vraag? Steek je hand op of vraag je buur
HW
Maandag 11/03
Tijd
Tot het einde van de les 
Klaar
Maak een samenvatting 
HW ander vak


Slide 14 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt de werking van zintuigen uitleggen
  • Je kunt de verschillende zintuigen en bijhorende prikkel benoemen 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

5.1 je omgeving waarnemen

Slide 17 - Slide

Wat is een zintuig?
A
Een orgaan dat reageert op impulsen
B
Een orgaan dat reageert op prikkels

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Slide 19 - Open question

Hoeveel soorten zintuigen bevinden zich in de huid?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quiz

Welke kleur heeft deze jurk?

Slide 21 - Slide

Zintuigen
Ontstaat er in zintuigcellen bij elke prikkel altijd een impuls?



Slide 22 - Slide

Drempelwaarde
Kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt 
Prikkel sterker dan drempelwaarde = impuls gemaakt door zintuigcellen


Slide 23 - Slide

drempelwaarde
Prikkel sterker dan drempelwaarde
=
zintuigcellen maken impuls

Slide 24 - Slide

Impulsfrequentie
Aantal impulsen per seconde 
Hoe sterker de prikkel = Hoe meer impulsen doorgegeven = Hoe groter impulsfrequentie 


zwakke prikkel
sterke prikkel

Slide 25 - Slide

Adequate prikkel
Type prikkel waar een zintuig extra gevoelig voor is, hiervoor is een lage drempelwaarde.

Gewenning = 
Verhogen van drempelwaarde door langdurige blootstelling aan prikkel




Slide 26 - Slide

Aan de slag
wat
5.1 opdrachten 1 t/m 3, 5 t/m 9
Hoe
zelfstandig, zachtjes overleggen
Heb je een vraag? Steek je hand op of vraag je buur
HW
Maandag 11/03
Tijd
Tot het einde van de les 
Klaar
Maak een samenvatting 
HW ander vak


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video