Het Spaanse werkwoord gustar is nooit alleen. Het werkwoord gustar geeft aan
wat je leukt vindt. En daar voor komt altijd een
meewerkend voorwerp, die geeft aan
wie iets leuk vindt.
Let op je gebruikt altijd een lidwoord (el/la/los/las), in het Nederlands doe je dat niet altijd.
Voorbeeld: Me gustan las pizzas > Ik hou van pizzas.
Ik-vorm (yo) = me gusta ... + me gustan ...
Jij-vorm (tú) = te gusta ... + te gustan ...
Hij/zij/u-vorm (él/ella/usted)= le gusta ... + le gustan ...