3 basis herhalen h1 rekenen

1 kg appels kost 1,60 euro. Tim koopt 4,81 kg appels. Hoeveel moet Tim betalen?
A
1,60
B
4,81
C
7,69
D
7,70
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1 kg appels kost 1,60 euro. Tim koopt 4,81 kg appels. Hoeveel moet Tim betalen?
A
1,60
B
4,81
C
7,69
D
7,70

Slide 1 - Quiz

Als je met contant geld betaalt moet je afronden op een veelvoud van...
Vul je antwoord in met een getal!

Slide 2 - Open question

Hoeveel uur zit er in 2 dagen?
A
2
B
24
C
48
D
50

Slide 3 - Quiz

Hoeveel weken zitten er in een jaar?
A
12
B
52
C
60
D
13

Slide 4 - Quiz

Hoeveel kwartalen zitten er in een jaar?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 5 - Quiz

Hoeveel seconden zitten er in 2 minuten?
A
60
B
80
C
100
D
120

Slide 6 - Quiz

Hoeveel seconden zitten er in 3 minuten en 12 seconden?
A
15
B
180
C
192
D
202

Slide 7 - Quiz

Hoeveel uur zitten er in 2 dagen en 4 uur?
A
24
B
48
C
50
D
52

Slide 8 - Quiz

Een maandabonnement kost 15 euro en een jaarabonnement kost 170 euro. Hoeveel euro is het verschil per jaar?
A
10
B
170
C
180
D
15

Slide 9 - Quiz

Joyce stapt om 10.22 uur in de bus. De bus komt om 12. 10 uur aan. Hoelang heeft Joyce in de bus gezeten?
A
1 uur
B
1 uur en 12 minuten
C
1 uur en 48 minuten
D
1 uur en 58 minuten

Slide 10 - Quiz

100 km/h = ...... m/s
A
100
B
27,8
C
360
D
3,6

Slide 11 - Quiz

13 m/s = ..... km/h
A
46,8
B
3,6

Slide 12 - Quiz

80 km/h = ...... m/s
A
22,2
B
3,6
C
288
D
2,2

Slide 13 - Quiz

Hoeveel nullen heeft een miljoen?
Noteer het antwoord met een getal.

Slide 14 - Open question

Hoeveel nullen heeft een miljard?
Noteer het antwoord met een getal.

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf je 7,83 miljoen?
A
783 000 000
B
7 830 000
C
783 000 000 000
D
7 830 000 000

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je 9,03 miljard?
A
903 000 000
B
9 030 000
C
903 000 000 000
D
9 030 000 000

Slide 17 - Quiz

Schrijf 7 540 000 met het woord miljoen. Rond af op 1 decimaal.
A
7,54 miljoen
B
75,4 miljoen
C
7,5 miljoen
D
7, 6 miljoen

Slide 18 - Quiz

Schrijf 9 678 000 000 met het woord miljard Rond af op 1 decimaal.
A
9, 678 miljard
B
9, 6 miljard
C
9,7 miljoen
D
9, 7 miljard

Slide 19 - Quiz