This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Herhaling - H1 H8
Slide 1 - Slide
3/7 van de klas heeft een huisdier. Er zitten 26 leerlingen in de klas. Hoeveel leerlingen hebben een huisdier?
Slide 2 - Open question
3/7 van de klas heeft een huisdier. Hoeveel procent heeft er geen huisdier?
Slide 3 - Open question
Een trui kost 45 euro. De prijs van de trui wordt met 15% verlaagd. Bereken de nieuwe prijs? Laat een berekening zien.
Slide 4 - Open question
Een fiets kost exclusief BTW 355 euro. De BTW is 21%. Bereken de prijs inclusief BTW.
Slide 5 - Open question
De benzineprijs wordt verhoogd van 1,88 per liter naar 2,40 per liter. Met hoeveel procent is de benzineprijs gestegen?
Slide 6 - Open question
In 2020 telt Nederland 17,4 miljoen inwoners. 21,7% is jonger dan 20 jaar. Hoeveel inwoners zijn dit?
Slide 7 - Open question
In 2020 telt Nederland 17,4 miljoen inwoners. Men verwacht dat in 2050 er 6,3% meer inwoners zijn. Hoeveel miljoen zijn dat? Rond af op één decimaal.
Slide 8 - Open question
De prijs van een huis is verhoogd met 2%. Dat is een verhoging van 10 000. Bereken de nieuwe prijs van het huis.
Slide 9 - Open question
Het aantal leden van een voetbalclub daalt volgend jaar met 12,5% naar 305. Bereken het aantal leden dit jaar.
Slide 10 - Open question
Schrijf het getal uit met alleen cijfers 17,5 miljoen mensen
Slide 11 - Open question
Schrijf het getal uit met alleen cijfers 0,24 miljard mensen
Slide 12 - Open question
Schrijf de getallen met het woord miljoen of miljard. Rond af op één decimaal. 7 497 000 000
Slide 13 - Open question
Schrijf de getallen met het woord miljoen of miljard
9 500 000 000
Slide 14 - Open question
Schrijf het getal uit. 2,3 x 10^8
Slide 15 - Open question
Schrijf dit getal in wetenschappelijke notatie 0,00000425
Slide 16 - Open question
192 minuten = ........ uren en ....... minuten Vul in en laat een berekening zien
Slide 17 - Open question
78,3 uur = ....... dagen, ........ uren en ....... minuten Vul in en laat een berekening zien
Slide 18 - Open question
23100 seconde = ...... uur en ....... minuten Vul in en laat een berekening zien
Slide 19 - Open question
Marcel loopt naar het station. Om 07:25 vertrekt zijn trein. Marcel vertrekt om 07:00. Hij loopt 7 km/uur, de afstand naar het station is 2,4 km. Mist hij zijn trein? Laat een berekening zien.
Slide 20 - Open question
10 m/s = .......... km/u Laat een berekening zien
Slide 21 - Open question
Een Boeing 747 vliegt 250 m/s.
Janet vliegt vanuit Amsterdam naar New York. De route is 5850 km. Hoelang vliegt ze hierover? Laat de tussenstappen zien.
Slide 22 - Open question
Er staan 3 fruitkramen op de markt. Alle kramen verkopen appels. Kraam 1: 2,5 kg voor 5,40 Kraam 2: 0,5 kg voor 0,84 Kraam 3: 1,2 kg voor 2,15 Welke kraam heeft de goedkoopste appels? Laat een berekening zien.
Slide 23 - Open question
Er zitten 122 personen bij de eerste hulp in het ziekenhuis. 72% heeft koorts. Hoeveel personen zijn dat? Laat een berekening zien.
Slide 24 - Open question
Het aantal leerlingen op het Panta Rhei stijgt van 580 naar 624. Met hoeveel procent neemt het aantal leerlingen toe? Laat een berekening zien.
Slide 25 - Open question
4 200 000 Oekraïners vluchten het land uit. In totaal wonen er 44,3 miljoen mensen in Oekraïne. Hoeveel procent is er gevlucht? Rond af op hele procenten.
Slide 26 - Open question
Mike racet over de camera obscuralaan. Hij doet 140 seconden over 2410 meter. Bereken zijn snelheid in km/uur.
Slide 27 - Open question
Jayden vertrekt om 14:10 vanaf zijn huis. Hij doet 2 uur en 13 minuten over zijn reis maar hij neemt twee keer een pauze van 19 minuten. Bereken zijn aankomsttijd. Laat een berekening zien.
Slide 28 - Open question
De prijs van een pak Hagelslag kost op 1 januari 2022 1 euro en 40 cent. De prijs stijgt met 15 eurocent. Met hoeveel procent is de prijs gestegen? Laat een berekening zien.