3H NN6 H3 Grammatica Verwijzen

Verwijswoorden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoel
> Ik kan verwijswoorden op de juiste manier toepassen.

Slide 2 - Slide

Kijk mee:

Slide 3 - Slide

Tip:
  • Gebruik de theorie naast het maken van de opdrachten. 
  • Zo leer je die meteen! 
  • Dus: niet gokken, want je kunt hier heel goed op scoren door de regels te hanteren. 

Slide 4 - Slide

Goed of fout?
Het meisje die ik heb ontmoet, is heel aardig.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Welke uitgang duidt NIET op een vrouwelijk woord?
A
-de
B
-heid
C
-er
D
-ie

Slide 6 - Quiz

Neem over en verbeter. Let op de verwijswoorden:
Tijdens de kerstviering wat op school gehouden werd, heb ik mijn vriendin ontmoet.

Slide 7 - Open question

Neem over en verbeter. Let op de verwijswoorden:
Het grootste cadeau dat ik heb gekregen, is een drone. 

Slide 8 - Open question

Huiswerk af?
Klaar met H1 + H2 = iedereen behalve: Manon, Sifra, Thies, Finn, Max, Jarne, Jula, Skyler, Chimene, Tristen, Roos V., Lohren.

Kies:
1) Meedoen met mij en de klas. We maken een aantal vragen samen.
2) Ga zelfstandig aan de slag - Kom 10 minuten voor het einde van de les terug voor afsluitende vragen. 
Deze les is gedeeld op Lesson-Up.

Succes en tot zo!

Slide 9 - Slide

Eerst samen!
* Open H3 Verwijswoorden 

* We maken samen een aantal vragen 

Slide 10 - Slide

Eerder weg? Dat mag als... :
  • ... je alle opdrachten af hebt, die tot nu toe af moeten zijn.
  • Stuur een screenshot van je hele scherm waarop je naam en de percentages van de te maken opdrachten staan.
  • Als ik de screenshot 'like' met een duimpje in Teams, mag je gaan. 
  • Let op: praat niet steeds door de les heen en wacht geduldig af tot ik je foto heb geliked. 

Slide 11 - Slide

Nu jij!
* Maak H3 verwijswoorden: 
Startopdracht en opdracht  1, 2, 3, 7 af 




> Check of je inderdaad alles hebt gemaakt.
> Stuur een printscreen van je hoofdstuk met naam en percentages.
> Pas na mijn duimpje mag je uit de les. 

Slide 12 - Slide

Waarnaar mag je verwijzen met het woordje 'wat'?

Slide 13 - Open question

Noem zoveel mogelijk uitgangen die duiden op een vrouwelijk woord.

Slide 14 - Open question

Gebruik in een zin 'hen' achter een voorzetsel.

Slide 15 - Open question

Huiswerk
Uiterlijk 16/2 moet af zijn. Werk in de lessen aan deze opdrachten en maak af wat niet af is:
H3 Verwijzen: startopdracht en opdracht 1, 2, 3, 7
H4 Beknopte bijzin: startopdracht + opdracht 1, 2, 3, 8, 9
Maak de herhalingsopdracht als je onder de 60% scoort. 

Slide 16 - Slide

Wat is een samentrekking?
  • Een samentrekking houdt in dat een woorddeel, woord of zinsdeel kan worden weggelaten, omdat het eerder of later in de zin genoemd wordt. Door het identieke woord, (-deel) of de identieke zinsdelen weg te laten kun je korter formuleren en dat is efficiënter.  

Jan at een appel en Piet at een peer. 
Jan at een appel en Piet een peer. 

Slide 17 - Slide

Welk deel van het woord mag je weglaten?

Damesschoenen en herenschoenen

Slide 18 - Open question

Typen samentrekkingen
Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>>Hij houdt wel van appeltaart, maar [..] niet van chocoladecake

Achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.
>>in voor- en tegenspoed

Slide 19 - Slide

Welk deel van het woord mag je weglaten?

kleine landen en grote landen

Slide 20 - Open question

Niveaus van samentrekking
Woordniveau: een woorddeel wordt weggelaten en op de plek van het weggelaten woorddeel wordt een weglatingsstreepje genoteerd: 
>> voorwaarts: bakkersbollen en -speculaas 
Het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>> achterwaarts: voor- en achteruitgang 
Het gemeenschappelijke deel wordt achterin de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.

Slide 21 - Slide

Niveaus van samentrekking
Woordgroepniveau: binnen een woordgroep worden één of meer woorden weggelaten:

>> voorwaarts: gescheiden mannen en vrouwen
(het VOORSTE woord wordt benoemd)
>> achterwaarts: grote en middelgrote steden
(het ACHTERSTE woord wordt benoemd)

Slide 22 - Slide

Niveaus van samentrekking
Zinsniveau: één of meer zinsdelen (ow, wg, lv, mv, bwb etc.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten.

>> (voorwaarts) Mees gaat op de fiets en Joia [...] op de scooter.
>> (achterwaarts) Wij werken [...] en onze kinderen studeren elke dag van de week.

Slide 23 - Slide

Samengevat...

Slide 24 - Slide