Je steekt altijdje vinger op als je iets wilt zeggen.
We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.
Slide 3 - Slide
Lesdoelen van gisteren
Je kunt 4 waterproblemen in Spanje benoemen.
Je kun 2 oplossingenbenoemen voor watertekorten in Spanje.
Je kunt bij de 5 klimaten het juiste vegetatietype in Spanje geven.
Je kunt de 5 hoogtegordels in de juiste volgorde benoemen.
Je kunt uitleggen hoe verwoestijning, verzilting en verdrogingontstaan.
Je kunt een oplossing voor verzilting benoemen.
Slide 4 - Slide
Je kunt 4 waterproblemen in Spanje benoemen.
1. Erg ongelijke neerslagverdeling
Veel in de winter, weinig in de zomer.
2. Neerslagverdeling over het land.
Noordwest veel, zuidoost weinig.
3. Er valt vaak veel neerslag in korte tijd.
4. Veel neerslagverschillen per jaar.
Slide 5 - Slide
Je kun 2 oplossingenbenoemen voor watertekorten in Spanje.
Er worden ... gebouwd in rivieren.
... en ... vullen tekorten aan.
Slide 6 - Slide
VEGETATIE
Plantengroei
Spanje:
Gemengd loofbos
Groene mediterrane vegetatie
Steppevegetatie
Naaldbos
Slide 7 - Slide
KLIMATEN IN SPANJE
VEGETATIE IN SPANJE
Slide 8 - Slide
Waar in Spanje zijn droogteproblemen?
Slide 9 - Slide
BESPREKEN 2, 4 & 5
Slide 10 - Slide
Opdracht 2
A) Waarom zijn er in de berggebieden op korte afstand van elkaar grote temperatuurverschillen?
B) Waaraan kun je dat grote temperatuurverschil op een berghelling zien? C+D -->
Slide 11 - Slide
OPDRACHT 4 + 5
Slide 12 - Slide
VERWOESTIJNING
Uitbreiding van de woestijn.
Slide 13 - Slide
VERZILTING
Het zouter worden van de bodem.
Slide 14 - Slide
VERDROGING
Droger worden van de bodem door verlaging van de grondwaterstand.
Slide 15 - Slide
Lesdoelen van vandaag
OPEN PAGINA 24/25 IN JE TEKSTBOEK
46. Je kunt 2 overeenkomsten tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen.
47. Je kunt 2 verschillen tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen en verklaren.
48. Je kunt per klimaataangeven welk soort landbouw erbij hoort.
49. Je kunt het verschil tussen intensieve- en extensieve landbouwbeschrijven.
Slide 16 - Slide
Wat is het verband?
Slide 17 - Slide
Geef per foto aan om welke vorm van landbouw het gaat, kies uit: Intensieve veeteelt, extensieve veeteelt, geïrrigeerde akkerbouw, droge akkerbouw en geïrrigeerde tuinbouw.
Slide 18 - Slide
ANTWOORDEN
A - Geïrrigeerde tuinbouw
B - Extensieve veeteelt
C - Intensieve veeteelt
D - Droge akkerbouw
E - Geïrrigeerde akkerbouw
Slide 19 - Slide
INTENSIEVE én
EXTENSIEVE VEETEELT
Slide 20 - Slide
DROGE en
GEÏRRIGEERDE LANDBOUW
Slide 21 - Slide
- IRRIGATIE -
Water op land brengen door besproeien van akkers
Slide 22 - Slide
TUINBOUW
De tuinbouw onderscheidt zich van de akkerbouw door bedrijfsmatige, intensieve bewerking en hoge opbrengsten.
Slide 23 - Slide
ALMERIA
Slide 24 - Slide
Ook in Nederland:
WESTLAND
Slide 25 - Slide
LANDBOUW
Veeteelt is met dieren.
Akkerbouw is met gewassen op akkers (buiten).
Tuinbouw is met groenten of fruit in kassen.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Lesdoelen van vandaag
Je kunt 2 overeenkomsten tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen.
Je kunt 2 verschillen tussen de Nederlandse en Spaanse landbouw benoemen en verklaren.
Je kunt per klimaataangeven welk soort landbouw erbij hoort.
Je kunt het verschil tussen intensieve- en extensieve landbouwbeschrijven.