2.1 Cultuur

Cultuur
A
Een maatschappij die bijna niet verandert.
B
Een maatschappij die snel verandert.
C
Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken.
D
Er wordt onderhandeld over regels. Ouders en kinderen zoeken samen naar een oplossing.
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cultuur
A
Een maatschappij die bijna niet verandert.
B
Een maatschappij die snel verandert.
C
Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken.
D
Er wordt onderhandeld over regels. Ouders en kinderen zoeken samen naar een oplossing.

Slide 1 - Quiz

Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken.
A
immaterieel
B
cultuur
C
materieel
D
dictatuur

Slide 2 - Quiz

De cultuur van een land valt niet af te lezen aan de bouwstijl van gebouwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Een boek is een cultuuruiting van een land.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

De manier waarop mensen met elkaar omgaan, past bij de cultuur.
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Dingen die bij een cultuur horen zie je niet terug in waarden en normen van deze cultuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

In een cultuur spreekt men letterlijk/figuurlijk een eigen taal.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De cultuur van een land valt onder andere af te lezen aan de musea.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De cultuur van een land valt niet te lezen aan de beeldhouwwerken.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

De televisie voedt mensen ook
op een bepaalde manier op.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als er op de televisie voortdurend geweld te zien is, is de kans klein dat wij dat overnemen. Want een slecht voorbeeld volgen we niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

De overheid stelt wetten op en doet dus ook aan socialisatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

De gemeente hoort niet bij de overheid
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De provincie hoort wel bij de overheid
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Leeftijdgenoten hebben geen invloed op jouw gedrag.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Gelovigen proberen zich aan de regels van de kerk te houden, waardoor de kerk voor deze mensen een socialiserende institutie is.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

christenen gaan naar een Moskee.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Moslims gaan naar een Moskee
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Gelovigen proberen zich aan de regels van de kerk te houden, waardoor de kerk voor deze mensen een
socialiserende institutie is.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Leeftijdgenoten hebben geen invloed op jouw gedrag.

A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

De overheid stelt wetten op en doet dus ook aan socialisatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Als er op de televisie voortdurend geweld te zien is, is de kans klein dat wij dat overnemen. Want een
slecht voorbeeld volgen we niet.

A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

De televisie voedt mensen ook op een bepaalde manier op.

A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Antwoorden
Begrippen
1 Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken. 

Kennisvragen
2 Beschaving.
3 Bijvoorbeeld: veel tijd voor elkaar hebben, gastvrijheid, respect hebben voor oudere mensen. 
4 Wel.

Slide 28 - Slide

Antwoorden
Toepassingsvragen
5 Bijvoorbeeld: Sinterklaas, Koningsdag, klompen, tulpen, windmolens enz. 
6 Je wilt dat de mensen genieten van die muziek. 

a Het hoort tot de feesten in Pamplona. Hoogtepunt van het jaar. 
b Men doet dit al eeuwen. 
c Velen vinden het dieronvriendelijk en eigenlijk ontoelaatbaar. 

Slide 29 - Slide