Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.
Items in this lesson
10 minuten
oefenen begrippen:
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Slide 1 - Slide
Alles goed met iedereen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Doel van deze les
Aan het eind van deze les heb je kennis over paragraaf 1.4, 1.5 en 1.6
Aan het eind van de les ben je bekend met de begrippen: statische maatschappij, dynamische maatschappij, onderhandelingsopvoeding, socialiserende instituties, imitatie, natuuraanhangers, cultuuraanhangers.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Jonge mensen helpen bij het volwassen worde.
Het oefenen van bepaalde gedragswijzigingen tot ze vaste gewoonten worden, die willekeurig herhaald kunnen worden.
Het bewust aanvaarden en naleven van regels, normen en waarden.
Opvoeden
Dressuur
Verinnerlijking
Slide 5 - Drag question
Er wordt van je geëist dat je volledig gehoorzaam bent.
Je leert door "vallen en opstaan".
Niet-doelbewste contacten
Het overdragen van regels, waarden en normen.
autoritaire of strenge opvoeding
Vrije opvoeding of zelfopvoeding
Beïnvloeding
Socialisatie
Slide 6 - Drag question
Zaken die mensen waardevol en het nastreven waard vinden.
wetten, regels en gewonten waarvan men aanneemt dat mensen zich eraan behoren te houden.
Gedragswijzen die mensen er bijna automatisch op nahouden.
Waarden
Normen
Gewoonten
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Maatschappij veranderde bijna niet
Maatschappij verandert heel snel.
Onderhandelingsopvoeding
Statische maatschappij
Dynamische maatschappij
Onderhandelingsopvoeding
Slide 9 - Drag question
Wat is een dynamische maatschappij?
A
Een maatschappij die snel verandert
B
Een maatschappij die hetzelfde blijft
C
Een maatschappij die nooit verandert
D
Geen van de antwoorden is goed.
Slide 10 - Quiz
Welk begrip hoort bij de omschrijving: "een maatschappij die bijna niet verandert"?
A
dynamische maatschappij
B
een socialiserende maatschappij
C
een statische maatschappij
D
geen van de antwoorden is juist
Slide 11 - Quiz
Vroeger werkten veel kinderen mee op de boerderij.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
In een statische maatschappij is de opvoeding duidelijk en voeden de ouders hun kinderen op zoals ze zelf zijn opgevoed.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Vroeger moesten de kinderen leren omgaan met de mensen die hun omringden.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Vroeger leerde men het kind godsdienstig te zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
In een dynamische maatschappij veranderden de opvatting over het huwelijk heel snel.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
In vroegere gezinnen was moeder de baas.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Een van de onderdelen van opvoeding is het zelfstandig maken van kinderen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Door middel van de opvoeding wordt bij kinderen het geweten gevormd.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Door middel van opvoeding brengen de ouders kinderen ook waardering bij voor kunstuitingen.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Heden ten dage worden in alle gezinnen in Nederland kinderen godsdienstig opgevoed.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Hoe vaak ga jij naar de kerk?
Elke zondag
Eén x in de maand
Twee x in de maand
Twee x per jaar
Alleen bij kerstnachtdienst
Slide 22 - Poll
Wie bid ervoor het eten thuis?
Ja
Nee
Slide 23 - Poll
Wie bid er bij opa en oma voor het eten?
Ja
Nee
Slide 24 - Poll
De Nederlandse ouders zijn qua opvoeders de strengste van Europa.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Onderhandelingsopvoeding wil zeggen dat er weinig compromissen worden gesloten.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Video
BEINVLOEDERS?
Slide 29 - Mind map
Slide 30 - Video
Instellingen en organisaties die allemaal aan socialisatie (opvoeden) doen.
Volgen en nabootsen van het gedrag van een ander.
Socialiserende institutties
Imitatie
Slide 31 - Drag question
Welk begrip hoort bij de omschrijving: "instellingen en organisaties die allemaal aan opvoeding doen"
A
imiterende instituties
B
dynamische instituties
C
wetgevende instituties
D
socialiserende instituties
Slide 32 - Quiz
Welk begrip hoort bij de omschrijving: "het volgen en nabootsen van het gedrag van anderen"
A
identificatie
B
imitatie
C
socialisatie
D
irritatie
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Video
Welke imitaties doet Jochem Meijer
Slide 35 - Mind map
Wie imiteer jij wel eens?
Slide 36 - Mind map
Slide 37 - Video
De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quiz
De televisie voedt mensen ook op een bepaalde manier op.
A
juist
B
onjuist
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Video
Hoe werkte de Nazi propaganda?
Slide 41 - Mind map
Als er op televisie voortdurend geweld te zien is, is de kans klein dat wij dat overnemen, want een slecht voorbeeld volgen we niet.
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Video
Biologische of genetische factoren, veel dingen zijn vanaf de geboorte al bepaald.
Omgeving, het milie en de cultuur zijn die bepalen hoe wij handelen. Maatschappelijke factoren.
Natuuraanhangers
Cultuuraanhangers
Slide 44 - Drag question
Als je stelt dat maatschappelijke factoren ons gedrag bepalen, ben je het eens met de cultuur aanhangers.
A
juist
B
onjuist
Slide 45 - Quiz
Mensen hebben een individuele en sociale kant.
A
juist
B
onjuist
Slide 46 - Quiz
Welk begrip hoort bij de omschrijving: "mensen die biologische of genetische factoren centraal stellen"?
A
waarden-aanhangers
B
normaanhangers
C
regelaanhangers
D
natuuraanhangers
Slide 47 - Quiz
Cultuuraanhangers stellen het volgende:
A
De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je in elkaar steekt.
B
De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je gaat reageren op bepaalde zaken.
C
De cultuur is altijd goed
D
De cultuur, omgeving het het milieu bepalen hoe wij handelen.