TL-3 - 1.5 Voedselkringloop (kort)

Planning
Huiswerk controleren
Herhaling 1.4 
Theorie 1.5
Video
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
Huiswerk controleren
Herhaling 1.4 
Theorie 1.5
Video

Slide 1 - Slide

Pak opdracht 1.4: Opdracht 14 erbij

Slide 2 - Slide

Antwoord
1 Een bacteriecel heeft een celwand en een dierlijke cel niet.

2 De bacteriecel heeft geen celkern en een dierlijke cel wel.

3 De bacteriecel heeft zweepharen en een dierlijke cel niet

Slide 3 - Slide

Een bacterie:
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 6 - Quiz

Bacterië-cel zonder celkern
Schimmel-cel  met celkern

Slide 7 - Slide

Schimmelcellen hebben geen...
A
celwand
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
cytoplasma

Slide 8 - Quiz

Schimmelcel
Plantencel (met bladgroenkorrels)

Slide 9 - Slide

Bacterien en schimmels voeden zich door
A
Direct planten / dierenresten te eten
B
Verteringssappen toevoegen aan planten / dierenresten
C
Celdeling
D
Verteringssappen van planten en dieren te drinken

Slide 10 - Quiz

Dit is een
A
Plantencel
B
Dierencel
C
Bacterie
D
Schimmelcel

Slide 11 - Quiz

Dit is een
A
Plantencel
B
Dierencel
C
Bacterie
D
Schimmelcel

Slide 12 - Quiz

Dit is een
A
Plantencel
B
Dierencel
C
Bacterie
D
Schimmelcel

Slide 13 - Quiz

Dit is een
A
Plantencel
B
Dierencel
C
Bacterie
D
Schimmelcel

Slide 14 - Quiz

Paragraaf 1.5 Voedselkringloop

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
(1) Jullie kunnen uitleggen hoe de vier rijken met elkaar samenwerken

(2) Jullie kunnen aan elkaar uitleggen hoe de voedselkringloop werkt (benoem producenten, consumenten, afvaleters en reducenten)

Slide 16 - Slide

Kijkvraag
Hoe noem je de strijd om voedingsmiddelen tussen organismen?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Voedselkringloop
Ene soort voedsel voor de ander

Welke organismen worden als eerst gegeten?

Planten

Slide 19 - Slide

Planten maken hun eigen voedsel. Dit proces heet:

A: Nutrientenproductie
B: Fotsynthese
C: Voedselsynthese
D: Mineralenproductie

Slide 20 - Slide

Planten maken hun eigen voedsel. Dit proces heet:

A: Nutrientenproductie
B: Fotsynthese
C: Voedselsynthese
D: Mineralenproductie

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Plantenresten
  • Kunnen dieren / schimmels / bacterien voedsel maken?
  • Nee, hebben geen bladgroenkorrels
  • Daarom eten ze plantaardig materiaal

Slide 24 - Slide

Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Zuurstof (O2)
B: Stikstof (N2)
C: Koolstofmonoxide (CO)
D: Koolstofdioxide (CO2)
?

Slide 25 - Slide

Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Zuurstof (O2)
B: Stikstof (N2)
C: Koolstofmonoxide (CO)
D: Koolstofdioxide (CO2)

Slide 26 - Slide

Maken
Opdracht 1 t/m 7

Slide 27 - Slide

Voedsel kringloop
  • Vier rijken zijn van elkaar afhankelijk
  • Producenten: maken voedingsstoffen
  • Consumenten: gebruiken voedingsstoffen
  • Afvaleters: eten dode resten
  • Reducenten: breken op moleculair niveau resten af tot mineralen
  • Mineralen bouwstoffen voor planten

Slide 28 - Slide

Consument
         ?
afvaleters
Mineralen
Reducent

Slide 29 - Slide

Consument
        Producent
afvaleters
Mineralen
Reducent

Slide 30 - Slide

Producenten
  • Produceren betekent maken
  • Producent:
  • Een plant is een producent, omdat het zelf zijn voedsel kan maken ( fotosynthese) 
  • Glucose = suiker = voeding

Slide 31 - Slide

Consumenten
  • Consumeren betekent gebruiken
  • Een dier is een consument, het eet andere dieren of planten om energie te krijgen

Slide 32 - Slide

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters

  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen

Slide 33 - Slide

Reducenten
  • Bacteriën en schimmels ruimen dode organismen op. -> reducenten
  • Hierbij komen voedingsstoffen vrij

Slide 34 - Slide

Welke groep organismen staan altijd aan het begin van een voedselketen? Leg uit
1 Hand omhoog: Producenten
2 Handen omhoog: Consumenten

Slide 35 - Slide

Madeliefjes zijn...........
1 Hand omhoog: Producenten
2 Handen omhoog: Reducenten

Slide 36 - Slide

Een wasbeer is een?
1 Hand omhoog: Consument
2 Handen omhoog: Reducent

Slide 37 - Slide

Opdracht bij video
(1) Pak pen en papier
(2) Teken voedselkringloop van de Organismen uit de video
(3) Zet erbij of het gaat om een: producent, consument, reducent of afvaleter

Organismen: konijn, schimmel/bacterie, kevers / spinnen, planten, rups, koolmees, roofvogel



Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Maken 
1.5: opdracht 9 t/m 13
Huiswerk: opdracht 1 t/m 13

Slide 40 - Slide